4 tips om zuinig te zijn met woorden

schrijftip Zuinig zijn met woorden

Elk woord telt, vooral in korte stukken. Daarom is het belangrijk om een enkel goedgekozen woord volledig tot zijn recht te laten komen.
Hoe zuiniger je met je woorden bent, hoe sterker de boodschap overkomt.
Vier technieken om je woorden kracht bij te zetten.


1. Haal overbodige bijwoorden weg

Mark Twain, Ernest Hemingway en Stephen King waarschuwen schrijvers ervoor om met bijwoorden of adjectieven (modifiers) te strooien. Het moeilijke daarvan is dat ze zo gewoon zijn. Bekend maakt bemind: omdat je ze zo vaak hoort en leest neem je ze automatisch over. Maar meestal kun je ze zonder problemen schrappen.
Een paar voorbeeldjes:

omhoog klimmen
eindresultaat
aanwezige bezoekers
geleden verliezen
genomen maatregelen
bestaande problemen
nieuwe aanwinsten
overbodige ballast
de uiterste limiet
achterstallige schuld
plotselinge crisis
vreselijk drama
belangrijke kernpunten

Let bij het redigeren speciaal op woorden die herhalen wat je net gezegd hebt. Als je klimt ga je immers al omhoog. ‘Omhoog’ dus schrappen! Klim maar eens omlaag. Oké, dat kan als je alpinist bent. Maar alleen dàn.

2. Gebruik geen onnodige categoriewoorden

Als een woord onderdeel is van een categorie hoef je niet zowel het woord als de categorie te noemen.
Voorbeeld:

zwaar van gewicht
rond van vorm
opvallend van verschijning
opvliegend van karakter

Rond is een vorm, dat weten we wel. En dat ‘zwaar’ iets met gewicht te maken heeft weet ook iedereen. Weg met die categorieën.

3. Snoei synoniemen

Twee keer hetzelfde zeggen met verschillende woorden naast elkaar. Het kan mooi zijn, maar doe het alleen bewust. Of ben je bang en angstig om te schrappen en te strepen?

4. Gebruik niet niet

Laat die ontkenningen niet staan. Ik bedoel: haal ze weg. Zinnen met ‘niet’ zijn meestal indirect. Soms kun je het bewust toepassen, bijvoorbeeld in de zin ‘Daar ben ik niet blij mee’. Voor de rest: weg met ‘niet’.
Als iemand niet vriendelijk is, is hij onvriendelijk. Als iets niet opvallend is, is het onopvallend. Wat niet zwaar is, is meestal licht.

Tot slot.

Niets is verboden. Alles is toegestaan. Ook bijwoorden en adjectieven. Maar weeg ze en gebruik ze altijd bewust. Dan ontstaat een krachtig proza waarmee je indruk maakt.

Digitaal verder lezen:


Toveren met tekst 

Hoe schrijf je in korte tijd een managementboek?

Managementboeken schrijven is volkssport nummer twee in Nederland (voetbal is nummer 1). Ieder zichzelf respecterende consultant of manager zorgt dat hij ook minstens één boek op zijn naam heeft staan. Maar wat nu als je je eigen verhaal niet interessant genoeg vindt? Dan biedt het interviewboek uitkomst.

Een van de simpelste manieren om een boek te schrijven is een aantal experts interviewen en daarmee jouw boek samenstellen. Dat kan iets moois opleveren maar er kan ook veel fout gaan.

Het idee is ongelofelijk eenvoudig. Je praat gewoon met een aantal deskundigen in je vakgebied en maakt van elk gesprek een hoofdstuk. Klaar is kees. Helaas is het risico groot dat het een rommeltje wordt. Of nog erger: een oninteressant en oersaai verhaal. Voordat je op pad gaat moet je je daarom eerst een paar dingen afvragen.

  • Wat wordt de meerwaarde van je boek? Biedt het iets waardoor mensen jouw boek geïnteresseerd zullen gaan lezen? Wat kunnen ze eraan hebben? En wat kun jij er zelf aan hebben?
  • Is er een overkoepelend idee, de rode draad van het boek? Wil je een bepaalde boodschap meegeven?  Is er een specifiek probleem dat je wilt bespreken?
  • Het wordt jóuw boek, waarmee je jezelf ook als deskundige neerzet. Hou dus zelf de regie en laat niet alles aan toevalligheden over. Zet maar eens een globale inhoudsopgave op papier. Welke onderwerpen moeten er in jouw boek aan bod komen? Elk onderwerp is een hoofdstuk.
  • Met de inhoudsopgave in de hand ga je kijken welke mensen je per hoofdstuk het beste kunt interviewen. Die mensen moeten wel iets te bieden hebben; iemand met vakkennis is niet automatisch ook een interessante gesprekspartner. Heeft de expert een interessant verhaal? Is het een boeiend persoon? Heeft hij een bijzonder specialisme?
  • Ga nooit onvoorbereid het gesprek in. Bedenk van tevoren hoe je het interview gaat opzetten. Weet je welke vragen je aan iedereen gaat stellen? Improviseren is goed, maar laat niet teveel aan de nukken van de geïnterviewde over. Het wordt jouw boek, niet hun boek. Een vaste structuur voor elk gesprek is een handig hulpmiddel om de samenhang te bewaken. Per geïnterviewde noteer je daarnaast twee of drie speciale vragen voor die ene persoon, gebaseerd op wat je van hem of haar weet. Daarmee kun je hem of haar in je boek goed portretteren.

Nu wordt het eindelijk tijd om met je opnameapparatuur op pad te gaan.
Je maakt een werkrooster en gaat aan de slag. Afspraken maken, gesprekken opnemen. Het is handig direct na afloop de gesprekken uit te typen. Alleen uittikken wat anderen gezegd hebben is aardig, maar als je slim bent voeg je per hoofdstuk ook iets van jezelf toe, bijvoorbeeld een korte inleiding en je eigen conclusie na afloop van het gesprek.

Een goed voorbeeld van een dergelijk boek is Cor Hospes – Guerillamarketing. Hij beschrijft daarin zijn boeiende zoektocht naar een definitie van guerillamarketing in Nederland.
Een minder geslaagd voorbeeld vind ik Thomas Lepeltak – Zo werden wij rijk. Dat boek is een beetje een saaie opsomming van losse biografieën, hoewel de afzonderlijke verhalen best interessant zijn.

Digitale leestip: Guerillamarketing | Cor Hospes

Voor dit artikel heb ik onder meer gebruik gemaakt van Ronda del Boccio  ‘How to write an interview book that makes your expertise shine’