Help! De shortlist! [Schrijverskast 5]

Door gastblogger Janneke Heimweg

Toekomstschrijvers

Ik sta voor het eerst van mijn leven op een heuse shortlist van een schrijfwedstrijd!
En ik leef nog…

Een tweet van de ‘Toekomstschrijvers’ bracht het grote nieuws. 
Sinds jaar en dag verlang ik naar dit moment, mijn naam op een lijst met winnaars naar aanleiding van een schrijfwedstrijd.
Daar schrijf ik voor.
Toch?

Nu is alles nog steeds hetzelfde. Had ik dan verwacht dat er iets zou veranderen? Had ik verwacht dat ik mij anders zou voelen? Mijn collega vroeg gisteren: ‘wat is eigenlijk een shortlist?’
Om aan te geven dat het leven dus niet om een shortlist draait…

Ik ben uitgenodigd in een boekwinkel in Amsterdam voor de prijsuitreiking, en om de verhalenbundel (met alle shortlist verhalen) in ontvangst te nemen.
Amsterdam. Voor ons noordelingen is dit een dagje uit. Opa en oma moeten worden ingeschakeld en er moet een OV- chipkaart worden gekocht. Leuk allemaal, maar hoe gaat het daarna verder?

De eerste prijs is de publicatie van je manuscript, de tweede en de derde prijs zijn een beoordeling van je manuscript.
Hoe dan ook, als ik win zal er een manuscript moeten komen. Stel je toch voor dat ik een van de prijzen win. Wat dan? Dan zal ik dus een manuscript moeten produceren. Geen ‘makkelijke’ korte verhalen meer, maar een heel manuscript. Help!

Terwijl ik dit schrijf, vraag ik me af wat eigenlijk mijn schrijfdoel is. Mijn schoonmoeder stelt regelmatig voor dat ik kinderverhalen ga schrijven; ‘kun je mooi voorlezen aan je kids’.

Voor mij is schrijven als een hart voor het menselijk lichaam. Zonder schrijven geen spirit. Dat is al een goed doel op zich, ‘gewoon schrijven’.
Of wil ik stiekem toch bekend en beroemd worden? Dat iedereen mij kent en dingen over mij kan vinden, zeggen en schrijven; positief of negatief. En dat mijn woorden, verdraaid, in de roddelbladen staan?

Voor nu blijf ik maar gewoon mezelf.
‘Gewoon schrijven’, dan doe je al gek genoeg.

Schrijfroulette [Schrijverskast 4]

Door gastblogger Janneke Heimweg

Wedstrijdschrijver als speelbal

.. speelbal ..

 

Sinds 2008 schrijf ik. Ik pik een of meerdere geschikte schrijfwedstrijden uit het grote aanbod en ga vol goede moed aan de slag. Als beginner weet je natuurlijk diep in je hart dat je niet zult winnen, maar niemand doet mee aan een wedstrijd zonder een sprankje hoop.

Dus zo incasseer ik jaar na jaar het zwijgen van de desbetreffende uitgever, universiteit of damesblad. Want dat is wat er gebeurt.
Stilte.
In de loop van mijn schrijfwedstrijd-carrière begint dit zwijgen mij behoorlijk te irriteren. Als verliezer hoor je namelijk niets van zo’n organisatie. Niet eens een klein berichtje met bijvoorbeeld: ‘Helaas, u hebt niet gewonnen. Bedankt voor de moeite’.
Niets.
En dat is best sneu.

Nu heb je ook nog eens van die grapjassen die tijdens de wedstrijd de spelregels veranderen. Zo heb ik al meerdere malen een plotseling uitgestelde deadline geïncasseerd. Hier kom ik dan vlak voor de beloofde deadline achter en aangezien ik een ‘op het laatste moment’ schrijver ben, verdwijnt mijn motivatie bij zo’n bericht onmiddellijk.

Er was eens een plaatselijk uitgeverijtje dat na de deadline besloot om de hele wedstrijd af te gelasten. Navraag leerde mij dat niemand van de inzenders aan zijn eisen voldeed.
Een jurylid van een schrijfwedstrijd van de UK blogde onlangs dat ze het zo zwaar vond om maar liefst 1800 woorden te moeten lezen per deelnemer. Zou ze onder schot gehouden zijn toen ze besloot jurylid te worden?

Bij het Gronings schrijfproject dewebschrijvers.nl kan men er ook wat van. Nu moet ik natuurlijk ook reëel zijn en bedenken welke rechten wij beginnelingen nou eigenlijk hebben. We mogen blij zijn dat we tijdens dit project überhaupt met zulke grote schrijvers mogen samenwerken.
Maar ik hou gewoon niet van beloftes (uitgegeven worden, VIP kaarten voor het Schrijversbal) die in de loop van de cursus of wedstrijd veranderen of verdwijnen.

Dus wij beginnende schrijfstumpers zijn eigenlijk gewoon speelballen in de wereld van de schrijfroulette.
We doen dit vrijwillig, dat dan weer wel.

Boei het brein van de lezer. Hoe een goed verhaal werkt (4,slot)

In haar boek ‘Wired for Story‘ vertelt Lisa Cron hoe je de werking van het brein kunt gebruiken om lezers te boeien. Een paar dagen geleden  las je de inleiding, daarna maakten we je deelgenoot van  schrijftips 1 tot en met 5 . Vandaag maken we het zevental tips compleet.  – Nederlandse bewerking: Writersplaza

Hoe kun je zorgen dat je verhaal het brein van de lezer verovert? Het slot.

6. Geef ons conflict

We houden niet van conflict. Tenminste niet in het echte leven. Vanaf de kleuterschool doen we al ons best om met anderen op te schieten. Geen wonder dat conflict ons een ongemakkelijk gevoel geeft. Daardoor hebben veel schrijvers de neiging veel te aardig voor hun hoofdpersoon te zijn. In plaats van dat ze hem met harde hand in een netelige situatie brengen, sluipen ze er op hun tenen naar toe, en redden ‘m dan zo gauw mogelijk. Weersta die neiging!

Conflict is waar de lezers voor komen zodat ze kunnen meemaken wat ze in het echte leven angstvallig vermijden. Ze willen weten tot welke emotionele prijs ze zouden gaan om zo’n risico te nemen. En uiteindelijk wat ze ermee zouden winnen.

Wees dus gemeen tegen je hoofdpersoon. Stel hem bloot aan alle demonen die hem tegen kunnen houden. Niet alleen voor zijn eigen bestwil maar ook die van de lezer.

7. Het moet logisch in elkaar zitten

De hersens analyseren alles in termen van oorzaak en gevolg – we gaan er vanuit dat causaliteit het cement is van het universum. Dus als het verhaal geen logische oorzaak-gevolglijn heeft, weten de hersenen niet wat ze ermee aan moeten. Dit kan zelfs resulteren in lichamelijk ongemak, om nog te zwijgen over de enorme drang om het boek onmiddellijk uit het raam te keilen.

Maar het heeft ook een voordeel. Om je verhaal op de rails te houden is de mantra: als – dan – daarom. Als ik dit doe, dan gebeurt er dat. Daarom besluit ik dit. ALs ik me nog één keer ziekmeld (actie), dan word ik ontslagen (reactie), daarom kan ik maar beter uit bed komen (besluit).
Actie, reactie, besluit – dát houdt in het verhaal gaande. Van het begin tot het eind moet het verhaal een duidelijke oorzaak-gevolgketen volgen zodat we van elke actie de consequenties kunnen zien. Daarmee begrijpen we waar het verhaal toe leidt en dat stelt ons in staat ons gretig op de komende gebeurtenissen voor te bereiden. Kom maar op, dopamine, kom maar op, lezer!

 

(Bron: Lisa Cron – Wired for Story: The Writer’s Guide to Using Brain Science to Hook Readers from the Very First Sentence. Nederlandse bewerking: writersplaza)

Boei het brein van de lezer. Hoe een goed verhaal werkt (3)

Lisa Cron vertelt hoe je de kennis vanuit hersenonderzoek kunt gebruiken om een goed verhaal te schrijven. Eergisteren las je de inleiding, gisteren maakten we je deelgenoot van  tips 1 en 2 voor schrijvers. In totaal heeft ze er zeven voor ons in petto . 

Hoe kun je zorgen dat je verhaal het brein van de lezer verovert? Het vervolg.

3. Wijd ons in in het streven van de hoofdpersoon

Iedereen heeft een agenda. Jij, ik en elk zichzelf respecterend personage. We zijn er nu eenmaal op ingericht ergens naar te streven, en dat is maar goed ook. Zoals cognitief wetenschapper Steven Pinker zegt: ‘Zonder streven wordt alles zinloos’.
Daarom moeten we onmiddellijk de (verborgen) agenda van de protagonist leren kennen. Wat wil hij? Of nog belangrijker: waarom wil hij dat? En ten slotte, wat moet hij daarvoor overwinnen?
Waarom is dit zo belangrijk? Omdat alles wat er in het verhaal gebeurt betekenis en emotionele waarde krijgt naarmate het ‘m dichterbij zijn doel brengt of er juist verder vanaf. Als we niet weten wat hij nastreeft hebben we geen idee wat het allemaal te betekenen heeft en kan het ons weinig meer schelen wat er gebeurt.

4. Vertel alleen wat wij moeten weten

Onze zintuigen worden gebombardeerd met meer dan 11 miljoen stukjes informatie per seconde. Onze hersens selecteren razendsnel wat we nodig hebben en wat we zonder problemen kunnen negeren. Op die manier wordt 99,9% van de informatie domweg weggegooid.
Dit is bij verhalen ook het geval. Je lezer gaat er van nature vanuit dat alles wat hij leest ergens goed voor is. Dat betekent dat hij zelfs betekenis hecht aan losse elementen in je verhaal die er helemaal niet toe doen. Waarschijnlijk de verkeerde betekenis, omdat er gewoon geen juiste betekenis is. Je begrijpt waar dit toe leidt. De belangrijkste vaardigheid van een schrijver is dan ook ‘kill your darlings’, schrappen!

5. Geef ons specifieke informatie

We denken niet abstract. We denken in beelden. Als we het niet voor ons zien, kunnen we het niet meevoelen en gebeurt er dus niets. Bij het woord ‘liefde’ bijvoorbeeld ziet iedereen iets (iemand) anders voor zich. We bereiken het universele alleen door het specifieke. Daarom is detail zo belangrijk voor verhalen. Toch zijn er veel schrijvers die het vaag en algemeen houden zonder dat ze het doorhebben.
Wat dan bijvoorbeeld, vraag je. Neem een simpele zin als ‘Fred had een rotdag op zijn werk’. Een prima zin, behalve dat we geen idee hebben wat Fred een rotdag vindt, wat er gebeurd is, of zelfs niet wat voor werk Fred eigenlijk doet. Het is nogal een verschil of Fred minister is of stierenvechter. Wees specifiek. Doe de ogen-dichttest. Kun je het zien met je ogen dicht? Zo nee, dan kan de lezer het ook niet.

<< morgen de laatste twee schrijftips! >>
(Bron: Lisa Cron – Wired for Story: The Writer’s Guide to Using Brain Science to Hook Readers from the Very First Sentence. Nederlandse bewerking: writersplaza)

Boei het brein van de lezer. Hoe een goed verhaal werkt (2)

Hoe verhalen ons precies boeien legt Lisa Cron uit met behulp van de bevindingen in recent hersenonderzoek. Gisteren  las je de inleiding.  Aan schrijvers geeft ze zeven handzame tips. Hoe je verhaal het brein van je lezers het beste kan veroveren. Hieronder de eerste twee tips. De rest volgt.

 

1. Verras ons

Verrassing krijgt onze aandacht door onze verwachting te verloochenen. We zijn erop gericht onmiddellijk uit te vinden wat er gebeurt, om in te schatten of we geslagen of omhelst zullen worden. Zo werkt een verhaal ook. Meteen duidelijk maken dat het niet is wat het lijkt, vanaf de openingszin.
De lezer vraagt zich allereerst af: ‘Waar gaat het verhaal over?’. Met andere woorden: welk probleem moet de hoofdpersoon oplossen en wat moet hij of zij daarvoor overwinnen? Dit zgn ‘verhaalprobleem’ verklaart het streven en alle handelingen van de hoofdpersoon die zullen volgen. Dit is de rode draad van het verhaal waarmee lezers kunnen anticiperen op het vervolg. Zonder rode draad of verhaallijn wordt het maar een losse verzameling gebeurtenissen en dat kan erg saai worden.

 

2. Laat ons meevoelen

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de hersens eerder emotie dan ratio gebruiken om te onderscheiden wat belangrijk is en wat niet. Onze gevoelens – en niet onze logica – bepalen elke keuze die we maken. Geen wonder dat lezen en gevoel samengaan.
In een spannend verhaal gaat de lezer in het hoofd van de hoofdpersoon zitten en voelt wat deze voelt, verlangt wat deze verlangt en vreest wat deze vreest. De hoofdpersoon moet reageren op alles wat er gebeurt, zodat wij hem beter begrijpen. Daarin ligt het echte verhaal – weerspiegeld in het verschil tussen wat het personage zegt en wat hij werkelijk denkt.

>> morgen nog meer tips! <<

(Bron: Lisa Cron – Wired for Story: The Writer’s Guide to Using Brain Science to Hook Readers from the Very First Sentence.)

Boei het brein van de lezer. Hoe een goed verhaal werkt (1)

Hoe een goed verhaal het brein kan boeien

Het brein van de lezer

 

Verhalen zijn universeel, zegt schrijfdocente Lisa Cron in haar boek ‘Wired for story‘. Hoe verhalen ons precies boeien legt ze uit met behulp van de bevindingen in recent hersenonderzoek.

Aan schrijvers geeft ze op basis daarvan zeven handzame tips, daarover later meer.

 

Verhalen zijn universeel. In elke cultuur worden verhalen verteld. Geen wonder, want verhalen weten ons op een unieke manier te boeien.

En toch waren verhalen tot voor kort niet veel meer dan een prettig vermaak. Natuurlijk, dachten we, verhalen maken het leven aangenamer, maar ze spelen geen rol van betekenis als het op het echte overleven aankomt.

Fout gedacht!

Verhalen blijken juist cruciaal te zijn in het overleven. Al vanaf de oertijd. Dankzij de bouw van onze handen, met tegenoverliggende duimen, zijn we in staat ergens aan te hangen. Verhalen vertellen ons wáár we aan kunnen gaan hangen. Verhalen kunnen de toekomst verbeelden en ons voorbereiden op het onverwachte.

Voedsel dat goed smaakt willen we wel eten. Verhalen die ons vermaken willen we wel aandacht geven. De ontdekking van wát ons dan precies dat aangename gevoel geeft als we geboeid zijn door een verhaal, is een ware doorbraak voor schrijvers. Het is niet de taal of stijl, het zijn niet de kleurrijke personages, de realistische dialoog of beeldende omschrijvingen. Niets van dat al.

Nieuwsgierigheid is de truc.
Met andere woorden, het verlangen om te weten hoe het verdergaat. Dat aangename gevoel geeft in feite een stoot dopamine, onze neurologische beloning voor nieuwsgierigheid die ons aan de gang houdt totdat we het antwoord gevonden hebben.

Deze ontdekking ontketent een grote verandering voor schrijvers. Vooral als je bedenkt dat we er altijd vanuit gingen dat een verbaal begaafde schrijver de lezer met zijn schrijfstijl vanzelf kon boeien. Mooie taal staat ten dienste van het verhaal; het is echter het verhaal zelf dat het brein weet te boeien.

Dus laten we eens kijken hoe je verhaal het brein van je lezers het beste kan veroveren >> morgen verder!  <<

 

(Bron: Lisa Cron – Wired for Story: The Writer’s Guide to Using Brain Science to Hook Readers from the Very First Sentence.)