Dagboekschrijven in tien stappen

Dagboekschrijven is niet zo moeilijk.

Maar hou wel een paar dingen in de gaten. Tien tips voor de dagboekschrijver.

  1. Hou het simpel

Dagboekschrijven is in essentie iets heel eenvoudigs. Je pakt pen en papier, je schrijft een paar bladzijden over je belevenissen. Dat doe je morgen nog een keer. En de dag erna.

Mensen maken het graag onnodig moeilijk. Dus je vraagt je af of je het wel goed doet, of je wel het goede dagboek gekocht hebt, je vraagt je af wanneer je wel en niet moet schrijven en welke kleur de inkt moet hebben…  Zo ben je misschien ook bij dit artikel terechtgekomen.

Diep inademen en teruggaan naar de basis: Het zijn gewoon woorden. Op papier. Meer heeft het niet om het lijf.

  1. Hou het privé

Ga je dagboek niet in de krant of op Facebook zetten. Berg hem goed op. De privacy van je dagboek is essentieel voor het schrijfproces. Het moet een veilige plek zijn waar je vastlegt wat je bezighoudt zonder dat je je iets van de mening van anderen hoeft aan te trekken. Als je het idee hebt dat anderen over je schouder mee staan te lezen ga je censureren en dan heb je niet zoveel meer aan dagboekschrijven. Boekenkist voor je dagboek

Trouwens, je krijgt alleen maar discussie en kritiek als je je dagboek gaat delen, en dat hoort helemaal niet bij een privédagboek. Niemand mag zich ermee bemoeien. Jij bent de enige.

Berg je dagboek dus goed op, daar waar niemand ‘m ziet liggen. Zo breng je ook niemand in verleiding te gaan lezen.

  1. Doe het regelmatig

Het helpt als je er een gewoonte van weet te maken. Daarmee word je getuige van je eigen ups en downs in je leven. Je dagboek laat zien dat je je beslist niet altijd klote voelt, want gisteren voelde je je nog blij! Dat heb je zelf opgeschreven.

Dagelijks dagboekschrijven geeft de beste resultaten. Dus ook als je niet boos bent bent en niet alleen als je de blues hebt. Je leven is zoveel kleurrijker.

Het mooie van frequent dagboekschrijven is dat je er persoonlijk door groeit. Dat je leert om patronen te herkennen in je leven, dat je inzicht krijgt in wat zich in je omgeving afspeelt en dat je daar grip op weet te krijgen.

dagboekschrijven met de pen

Woorden op papier. That’s it.

Sla je een keertje over, dan is er geen man overboord. Een paar keer per week schrijven is altijd nog beter dan helemaal niet. En straf jezelf niet als het een keertje niet lukt. Dat motiveert niet echt, hè. Dagboekschrijven moet goed voor je zijn. Het moet je een opgeruimd gevoel geven. Het is geen taak op je doelijst, geen verplichting en er staat geen straf op als het niet lukt.

Heb je weinig tijd? Prima, dan schrijf je heel eventjes. Een korte zit is ook heel heilzaam als je het elke dag doet. Tien minuutjes kunnen al genoeg zijn. Of wat dacht je van één regeltje per dag?

  1. Laat de taalnazi’s links liggen

Grappig genoeg noemen veel mensen als reden waarom ze geen dagboek bijhouden dat ze slecht kunnen spellen of teveel taalfouten maken. Maar aangezien je het alleen maar voor jezelf opschrijft maakt het helemaal niet zoveel uit of je het met een d of een t schrijft. Je hoeft geen dagboekexamen te doen. Mocht je je toch zorgen maken, lees dan gewoon niet terug wat je hebt opgeschreven.

  1. Schrijf wat je weet

De eerste lege pagina kan je lam leggen. Maar dat kun je overwinnen!

Als je een nieuw dagboek begint en niet weet wat je moet schrijven, begin dan eens te beschrijven waar je je bevindt. Dat is een aardige warming up. Schrijf over de dag van vandaag. Waar denk je aan? Wat houdt je bezig? Ga je iets leuks doen vandaag? Je dagboek is iemand met wie je koffie zit te drinken. ‘Hoe gaat ie?’ vraagt het dagboek. Geef eerlijk antwoord.

  1. Zoek de beste plaats en tijd

Misschien vind je vanzelf uit wat het beste moment van de dag is. Dat is namelijk het moment waarop je werkelijk zit te schrijven. Dat moment dus. Experimenteer maar eens met ochtendschrijven en avondschrijven en schrijven vlak voor het slapengaan. Dan merk je het vanzelf. Die tijd hou je aan.

dagboekschrijven buitenshuisZoek een plek waar je niet wordt gestoord. Als je thuis schrijft, zorg dan dat je huisgenoten je even met rust laten, ook de hond en de kat. Buitenshuis schrijven – in een café of bibliotheek – kan natuurlijk ook.

  1. kwantiteit in plaats van kwaliteit

Meestal is het andersom. Dan vinden we kwaliteit belangrijker dan de hoeveelheid. Bij dagboekschrijven doet de kwaliteit er helemaal niet toe! Je hoeft geen ‘goed dagboek’ te schrijven. Het schrijfproces zelf is belangrijk, niet het resultaat. Zeg tegen jezelf: drie pagina’s. Of twintig minuten schrijven. Ook al komt er bagger uit je pen, je hebt wel geschreven! De woorden staan op papier. Dat is wat telt.

Snel schrijven gedurende een vast aantal minuten is ook een goed middel tegen zelfcensuur, tegen de negatieve stemmetjes in je hoofd die zeggen dat je niet kunt schrijven. Gewoon die woorden op papier zonder ze te beoordelen.  De kracht van het dagboekschrijven zit ‘m in het schrijfproces zelf.

  1. Schrijf met de hand

Met de pen in een papieren dagboek schrijven stimuleert een ander stukje hersens dan typen. Je kunt zeggen dat typen sneller gaat, maar snelheid is helemaal niet belangrijk. Het gaat erom een aantal minuten per dag stil te staan bij je eigen gedachten, verwachtingen en gevoelens.  De pen brengt je dichter bij die gevoelens dan je toetsenbord dat kan.

Verlaag het tempo en geniet van het proces. Dit stimuleert synapsen in je hersens waarmee je je gedachten lang genoeg vast kunt houden om ze te kunnen opschrijven. Met de hand dagboekschrijven maakt je slimmer.

  1. Maak er geen toestand van

Ga maar niet uitgebreid aankondigen  dat je een dagboek gaat bijhouden en dat je voortaan elke dag een uur gaat schrijven en zo. Koop gewoon een handig notitieboek of dagboek met een slot erop, schrijf drie pagina’s per dag. Begin nog deze week. Dat is het wel zo’n beetje. Hoe meer toestanden je ervan maakt, hoe bedreigender het allemaal wordt, hoe kleiner de kans dat je ooit nog gaat schrijven.

Wat is een goed resultaat? Vraag: heb je woorden op papier gezet? Ja? Bàm. Geslaagd voor vandaag!

  1. Geniet ervan

Dagboekschrijven is leuk (meestal). Knoop dat in je oren. Als je het allemaal te serieus neemt of je zet jezelf teveel onder druk, dan gaat de lol er gauw af. Hou het spelenderwijs en strooi wat humor in je dagboek. Voeg ook wat tekeningetjes bij, of kleurtjes, maak er iets leuks van.

In het begin voelt het misschien wel raar. Dat is heel normaal. Wij dagboekschrijvers zijn tenslotte allemaal rare kwasten. Laat dat je niet weerhouden. Schrijf! Volg deze tien tips en binnen de kortste keren ben je een toegewijd dagboekschrijver.

Veel schrijfplezier!

Dit artikel is gebaseerd op een Engelstalig artikel op  journalingsaves.com

Handgeschreven notities werken beter

Met pen onthoud je beter wat je noteert, schrijft redacteur Hendrik Spiering in NRC van 28 november. Schrijven met de hand gaat langzamer dan typen, dus moet je keuzes maken. Dit versterkt het geheugen van de schrijver.

Onderzoek onder studenten wijst uit dat zij handgeschreven notities beter memoriseren dan getypte.
Sagaris vulpen

Onvermogen om diep na te denken, een korte aandachtspanne, geringe parate kennis: er wordt tegenwoordig veel gesproken over de negatieve effecten van computergebruik op het geestelijk leven van de moderne mens.

Er is nog weinig onderzoek, maar een paar zaken staan inmiddels wel vast. Zoals dat het maken van college-aantekeningen met pen en papier duidelijk superieur is aan hetzelfde met een laptop.

Paradoxaal genoeg is de belangrijkste reden daarvoor het feit dat studenten tegenwoordig zo goed kunnen typen. Want wie typend aantekeningen maakt, typt meestal vrij letterlijk op wat hij hoort. De trage handschrijver moet noodgedwongen keuzes maken, nadenken dus.

Het is die mentale verwerking tijdens het schrijven die het geheugen van de aantekeningenmaker versterkt. Er is onmiddellijke verwerking. Zou de student in de collegezaal trager tikken op zijn toetsenbord, dan zou het verschil waarschijnlijk kleiner zijn. Dan zou hij beter nadenken over de informatie die hij typt.

2289

Dit verschil in notuleren werd eerder dit jaar vastgesteld in Psychological Science (23 april). Daarbij moesten studenten aantekeningen maken bij een aantal TED-lezingen. Eerdere onderzoeken waren vooral gericht op de afleiding (Facebook, Twitter) die de laptop biedt tijdens het college (die is inderdaad enorm), maar hier werd zuiver het verschil met handmatig aantekeningen maken onderzocht.

De tikkers bleken per lezing veel meer woorden te noteren dan de schrijvers (gemiddeld zo’n 550 tegen minder dan 400). Ze tikken ook vaker precies dezelfde woorden op als hun collega-tikkers. De handschrijvers vertoonden veel meer onderlinge verschillen in woordkeuze – allemaal aanwijzingen voor een intensievere verwerking. En hoe letterlijker deelnemers de woorden hadden opgeschreven, hoe slechter hun score bij controlevragen achteraf.

De typisten zitten niet te slapen. Want een half uurtje na de lezing is er niet veel verschil in feitenkennis tussen hen en de schrijvers. Maar in begripsvragen scoren de schrijvers wel veel beter.

Sheaffer ballpoint

Het treurige is verder dat het enige voordeel dat de tikkers hebben – een completer verslag van wat er gezegd is – niet helpt bij het leren. Toen de deelnemers een week later terugkwamen en een minuut of tien hun aantekeningen mochten bekijken, scoorden de schrijvers op begripsvragen daarna opnieuw hoger dan de tikkers.

Er zijn meer negatieve effecten van computergebruik op het geheugen. Het belangrijkste onderzoek stond een paar jaar geleden in Science (15 juli 2011). Dat onderzoek stelde vast dat wie weet dat hij iets op internet kan opzoeken dat feit veel makkelijker vergeet (bijvoorbeeld welke acteur de hoofdrol speelt in de film Gladiator).

Internetgebruik is dus vrij slecht voor de parate kennis. Maar die ‘uitbesteding van geheugen’ is geen typisch interneteffect. Wie een huisgenoot of een collega heeft die alles van film weet, onthoudt zelf ook minder filmfeitjes. Je kan het tenslotte altijd vragen. Het effect is oud: in Plato’s dialoog Phaedrus (ca. 370 v. Chr.) wordt al geklaagd dat de uitvinding van het schrift het geheugen heeft vernietigd: „Want mensen die leren zullen vertrouwen op die externe letters en zichzelf vergeten.”

In de Verenigde Staten woedt in onderwijsland al langer het ‘handschriftdebat’: moeten leerlingen nog wel leren schrijven? Geef ze een toetsenbord!

laptop tas

Het positieve effect van handgeschreven aantekeningen is natuurlijk belangrijk in dat debat. Maar ook dragen voorstanders vaak aan dat handschrijven door de motorische complexiteit meer geheugensporen in het brein achterlaat dan het simpelere drukken op toetsenbordknoppen.

Wie met de hand schrijft, leert daarom bijvoorbeeld sneller lezen: de letters komen ‘dieper’ in het geheugen. Computerschrijven gaat weer sneller en maakt herziening van geschreven tekst veel makkelijker. In dit debat beval de vooraanstaande schrijfonderzoeker Verginia Berninger daarom ‘tweetaligheid’ aan: ontwikkel een goed handschrift én leer goed typen.

 

Dit artikel verscheen in NRC 28-11-2014