The End [Schrijverskast Slot]

writersplaza that's all folks

Door gastblogger Janneke Heimweg

 

Dit is mijn laatste gastblog voor Writersplaza.  Best jammer, al zeg ik het zelf, maar een weloverwogen keuze. Ik denk dat jullie inmiddels alles van mijn schrijfleven weten, dus doorgaan met bloggen zou betekenen dat ik in herhaling ga vallen.

Hoe het begon

Ruim een half jaar geleden werd ik gevraagd (ja, echt waar: gevraagd) om op de weblog van writersplaza te schrijven.
Met veel plezier heb ik geschreven over mijn schrijfleven, met in het bijzonder mijn worstelingen, kleine overwinningen en veel overpeinzingen en twijfels.

Sinds die eerste blog is er veel veranderd. Jullie hebben kunnen lezen over hoe ik van ‘zolderkamertjesschrijver’ ben opgebloeid naar gastblogster, schrijffeestjesganger en manuscriptschrijver. Ook heb ik een tijdje (boek)recensies geschreven.
Dit klinkt misschien heel basic, maar voor mij is het heel wat.
Kortom, ik heb veel geleerd. Misschien hebben jullie zelfs veranderingen in mijn blogstijl opgemerkt?

Schrijftip

Ik zal het bloggen gaan missen, want het is een goede schrijfmotor. Je blijft schrijven, ook als je even niet weet hoe je verder moet met je verhaal of manuscript.
Hé, dit lijkt zowaar op een schrijftip.
Eigenlijk is dat het ook. Ik raad je aan om zelf (mocht je dat niet al doen) ook te gaan bloggen. Op je eigen website, maar ook als gastblogger op schrijfsites of voor kunstencentra. Dit levert je naast schrijfuren en het ontdekken van je schrijfstijl ook naamsbekendheid op. Je leert schrijfmensen kennen, die vaak ook weer schrijftips geven.
Ook het schrijven van boekrecensies is erg leerzaam. Mooie bijkomstigheid is, dat je de boeken die je hiervoor leest, meestal, in je eigen boekenkast mag plaatsen en met een beetje geluk heb je zelfs een ‘meet en greet’ met schrijvers.

Wat ga ik hierna doen?

Voor Writersplaza mag ik enkele schrijfboeken recenseren, dus jullie zijn nog niet helemaal van mij af.
Voor mijzelf is er mijn manuscript. Op dit moment laat ik mij afleiden door schrijfwedstrijden en het leven. Mijn manuscript ligt te verstoffen, mijn hoofd blijft er wel aan denken, maar er wordt niet aan geschreven. Daar moet verandering in komen. Dus geen schrijfwedstrijden meer. De drang naar aandacht en wedstrijdspanning blijft aanwezig, het is al weer een tijd geleden dat er een verhaal van mij gepubliceerd werd, maar ik moet dit gevoel de kop indrukken. Mijn schrijffocus moet de komende tijd bij mijn manuscript liggen.
Daarna is hier in de stad weer het ‘Hendrik de Vries Stipendium’ waarop ik, net als in 2011, ga inschrijven. Wie weet dat ik mijn oeuvre naar behoren heb uitgebreid (dat was een vereiste van de jury, de vorige keer) en ben ik beter geworden met schrijven ten opzichte van twee jaar geleden.

En ooit, als ik alle winden mee heb, ligt mijn debuut in jouw boekwinkel om de hoek (een mens moet blijven dromen, niet waar?)

Bedankt voor het lezen. Wil je me blijven volgen: http://twitter.com/jannyanna

Janneke

Janneke

Wie een boek schrijft, is gek [Schrijverskast 10]

Mis- en gebedenboek - een katholiek meisje

Door gastblogger Janneke Heimweg

Sinds enkele maanden schrijf ik aan mijn eerste boek. Al jaren kriebelde dit idee in mijn achterhoofd. Maar ja, wie schrijft er nou een boek. Dan moet je wel op zijn minst half gestoord zijn, zo dacht ik al die tijd. Dus hield ik het veilig bij korte verhalen en sinds kort deze blogs.

Totdat ik op een mooie ochtend naar mijn werk fietste en er zomaar ineens een personage in mijn hoofd opkwam, de levensvragen en de conflicten van dit karakter kwamen er al vrij snel achteraan en vlak voordat ik op de plaats van bestemming aankwam, zag ik de setting helder voor de geest.
Eureka! Ik ga een boek schrijven.

De knoop is doorgehakt, de kogel is door de kerk. Inmiddels vertel ik het aan iedereen, ik ben zelfs zo stom geweest om het feit rond te bazuinen in het bijzijn van Gronings Grootste Uitgever.
Dus nu moet ik wel, er is geen weg terug.

Natuurlijk schrijft een mens niet zomaar een boek, dus worstel ik momenteel met verschillende dilemma’s. Het zijn wellicht vragen die elke schrijver zich eens heeft afgevraagd, maar voor mij zijn ze nieuw en ze houden me nogal bezig. Hieronder de belangrijkste.

Welk genre?
Ik hou van spannend schrijven en ik lees graag thrillers. Wanneer de lezer zegt dat hij mijn verhaal niet kan wegleggen omdat het zo spannend is, glunder ik (oké, dat zei mijn moeder).
Maar de feedback die ik onlangs kreeg n.a.v. een thrillerwedstrijd ben ik nog lang niet vergeten: ‘ondanks wat er gebeurt, is het nergens spannend.’ AAARRCH, dat zijn woorden die keihard aankomen.
Misschien is een roman een betere optie. Het verhaal dat ik in mijn hoofd heb past ook beter bij een roman, maar ik hou zo van spanning.
Mag ik voor een compromis gaan, of moet ik kiezen? Een spannende roman?

Natuurlijk heb ik al veel beslissingen genomen. Ik heb een heuse mindmap (tip van schrijver Lupko Ellen) gemaakt. Ik heb de hoofdvragen en de conflicten duidelijk, ik weet de plaats van handelen en de personages staan me helder voor de geest.
En…, de eerste scènes (hoofdstukken?) zijn geschreven!

Dus nu moet ik erop vertrouwen dat de juiste antwoorden vanzelf zullen verschijnen (misschien weer op de fiets?) en dat ik voor nu gewoon maar moet doorschrijven. Toch?

Lees hier de omschrijving van mijn boek

Voorleesavontuur [Schrijverskast 9]

In mijn vorige blog  (Schrijffeestje) noemde ik al even het voorleesavontuur. Alweer een hele belevenis voor mij als beginnend schrijver.

Tijdens de Culturele Zondag in het Paleis in Groningen, mocht ik mijn zelfgeschreven vriendschapsverhaal voorlezen.

Die middag fiets ik met een behoorlijke, bij mijn stemming passende, tegenwind naar het Paleis. Het is 15.30 uur, om 16.10 uur is het mijn beurt.
Ik heb net genoeg tijd om te fietsen, mijn kapsel te fatsoeneren en om een wit wijntje te drinken (tip van Herman Sandman). Dus geen tijd voor extra stress.
Toch?

Met een knoop in mijn maag kom ik aan. In de Erlenmeyerzaal loopt het programma van die middag ten einde. Wij van dewebschrijvers.nl zijn de slotact. Publiekstrekkers?

Gauw klok ik mijn wijntje naar binnen (zoals gewoonlijk heb ik toch minder tijd dan gedacht), mijn medevoorlezers staan inmiddels om mij heen. We fluisteren, er wordt nog een toneelstuk opgevoerd, onze zenuwen de ruimte in.

Geen familie van mij in de zaal, goddank. Ik hou dit gebeuren graag zo zakelijk mogelijk. Hoe minder emotie hoe beter.

Dan hoor ik mijn naam. Mijn wijn is nog niet op!

Voorleesavontuur Janneke Heimweg

Ik sta op het podium. Het is zover. Ik stel me voor aan Meindert Talma, die de middag aan elkaar praat. Ik vraag nog snel even naar de meest praktische stand van de microfoon, ik ben immers een leek. ‘Zo dicht mogelijk onder je mond’, antwoordt Meindert. Hij zet de microfoon op de standaard en ik pruts net zolang tot het ding klem zit tussen mijn neus en kin.
Nu nog op papier kijken. Ik loens en hou mijn hoofd raar scheef en zo lukt het me de eerste regels van mijn verhaal voor te lezen.

Ik heb alle aandacht, zo lijkt het echt. Het publiek, een stuk of 25, zit met het hoofd schuin naar mij te luisteren.
Ja, naar mij hè!
Het is een geweldige gewaarwording, moet ik eerlijk bekennen.

Al lezend zie ik Lupko Ellen zitten!

Ook al stroomt het water me over de rug (nee, deze keer overdrijf ik niet) en is mijn hoofd roder dan een rijpe tomaat, het voorlezen gaat goed.

Gelukkig bedenk ik al snel dat ik beter de microfoon los in de hand kan houden, en vlot leest het verhaal zich voort.
Dan lees ik mijn slotzin (een sneue wending, moet ik toegeven) en mijn publiek slaakt een zucht. (gelukkig, mijn verhaal komt over)

Het is gebeurd! Ik bedank en stap van het podium.

Opgelucht luister ik naar de andere drie voorleescollega’s en na afloop glunderen we blij naar elkaar. ‘Ging goed, hè.’ ‘Ja, dank je.’
Op de terugweg voelt de wereld lichter, is de wind gaan liggen?

Op een schrijffeestje [Schrijverskast 8]

staande receptie

Hé, hoe gaat het? Goed.

Door gastblogger Janneke Heimweg

Op een woensdagavond, ongeveer een half jaar geleden, was ik voor het eerst op een schrijffeestje. En dat vertel je nu pas? Klopt, ik wil dit avontuur alsnog met jullie delen, omdat dit feestje hoort bij mijn leerproces tot heuse schrijver.

We vierden de opening van de Boekenweek in de bibliotheek in Groningen. Wij, van dewebschrijvers.nl, zijn uitgenodigd.
Een schrijffeestje. Hoe doe je dat? Hoe gedraag je je? Wat zeg je zoal, en wat vooral niet?
Een wereldje apart, zo leerde ik.

Bij binnenkomst, vijf minuten voor aanvang (zo ben ik), zit de zaal al vol. Gelukkig is er nog plek op een loungebank naast een van mijn dewebschrijvers- collega’s. Verder zie ik geen bekenden, wat meteen mijn ‘positie’ in schrijvers- Groningen aangeeft.
Herman Sandman opent.

Wanneer Herman klaar is, is het tijd voor champagne. Dan zie ik een andere dewebschrijvers- collega. Gezellig. Bijkletsen!
Verderop staan de baas van Gronings grootste uitgeverij, Lupko Ellen en hun redactrice. Een praatje. Dat moet ik toch kunnen? Dapper als ik ben, ga ik bij het groepje staan. Lees: ‘dring ik mij op aan het groepje’.
Lupko vraagt vriendelijk ‘hoe gaat het?’ Een moeilijke vraag uit zijn mond, wat moet je zo’n groot schrijver antwoorden? Dus retourneer ik de vraag en hij antwoordt ook met ‘goed’.
Einde gesprek?
Wat nu.
Ik moet duidelijk nog mijn weg vinden op dit soort feestjes van het Gronings schrijfwereldje.

Met schrijfcollega en de uitgever bespreken we de details van ons voorleesavontuur komende zondag tijdens de Culturele Zondag. Wát ga je doen? Voorlezen?
Ja, VOORLEZEN! Hardop, met heuse toeschouwers.
Natuurlijk ben ik bloednerveus. Nu al gewoon nerveus, dat bloederige zal ongetwijfeld op de dag zelf ontstaan. Maar goed, zoals de organisator mailde: ‘Jij doet het tenminste’ en ‘niet geschoten is altijd mis’. Of zoiets, alle spreekwoordelijke clichés zijn hierbij van toepassing.

Inmiddels is de zaal bijna leeg, de bieb allang gesloten.
We praten nog wat met organisatoren, begeleiders en andere creatievelingen van dewebschrijvers.nl en vermaken ons opperbest.
Wanneer ik, afgeleid uit mijn gesprek met de organisator (ik leer mij al goed te handhaven), opkijk zie ik Herman Sandman praten met mijn schrijfcollega. Ik dring me weer op en samen praten en lachen we alsof we elkaar al jaren kennen.
Herman komt tot slot nog met een aantal nuttige voorleestips. Bedankt!

En dan afscheid nemen (‘Ga nooit onopgemerkt de deur uit!’).
Dus zwaai ik Herman, de uitgever en mijn dewebschrijvers- collega’s gedag en met een ‘tot zondag’ ga ik gauw terug naar man en kids.
Het heerlijk gewone leven dus.

Op zoek naar mijn schrijfgenre [Schrijverskast 7]

Op zoek naar mijn schrijfgenre

Hoe ben JIJ tot je favoriete schrijfgenre gekomen?

Door gastblogger Janneke Heimweg

Een prijs winnen is verslavend. Is het daarom dat ik de laatste tijd aan de lopende band verhalen instuur voor schrijfwedstrijden?

Enkele weken geleden, oké ik vroeg er zelf om, kreeg ik feedback op mijn verhaal voor een schrijfwedstrijd.
Ik las deze feedback op mijn smartphone, meestal komt de verkleinde tekst ook verkleind over in mijn hoofd. Nou, deze keer niet!
Ik was weer terug op aarde.
In het verleden behaalde prijzen geven duidelijk geen garantie voor de toekomst.

De volgende zin, uit deze feedback, achtervolgt mij sindsdien:
‘Ondanks wat er gebeurt is het nergens spannend’.

Met ander commentaar als ‘rommelig’, ‘onrustig’ en ‘ongeloofwaardig’ was ik het eigenlijk wel eens. Dit verhaal had nog best een aantal schrap- en overpeinsrondes kunnen gebruiken, maar de deadline was de baas.

‘Je gooit je naam te grabbel’, zei manlief. Ik lachte hem uit. Maar natuurlijk dacht ik wel na over wat hij zei. Zomaar, lukraak verhalen insturen is duidelijk geen optie. Ik moet voor mijzelf een aantal dingen duidelijk hebben, ik zal ze met je delen:
1) In welk genre wil ik schrijven?
2) Over welke thema’s wil ik schrijven?
3) Als een verplichte scène bij een schrijfwedstrijd niet bij me past, moet ik niet meedoen.
4) En, misschien wel de belangrijkste, ik moet geen overhaaste verhalen opsturen (ook al is dat zonde van mijn tijd die ik er al aan besteed heb).

Qua genre vind ik thrillers erg leuk om te lezen en ook om te schrijven. Lupko Ellen, zelf literaire thrillerschrijver, begreep mijn spannend bedoelde verhalen wel. Tijdens cursussen werd ik vaak geprezen omdat mijn verhaal zo spannend was. (sorry, voor deze arrogante opmerking, maar zij hoort nu even bij deze blog.)
Wat Lupko mij wel ‘verweet’ tijdens die cursussen, was dat mijn verhalen niet geloofwaardig zijn. Jonge vrouwen en oude opaatjes zijn vaak mijn helden, zij doen de meest heldhaftige dingen in mijn verhalen. Dat wringt.
Misschien ben ik geen thrillerschrijver?

Mijn derde prijs verhaal ging over de Katholieke Kerk. Waarschijnlijk is dit verrassende thema (religie) een van de dingen die opviel bij mijn verhaal. Dus misschien moet ik dat herhalen. Maar ik wil geen trucjesschrijver worden!

Wat bij mij knaagt is dat in literaire thrillers vaak ongeloofwaardige moorden en overdreven achtervolgingen plaatsvinden. Dat kan kennelijk wel. Wat doe ik dan verkeerd, waarom schrijf ik ongeloofwaardig? Ik ben er nog niet achter.

Hoe ben jij tot je favoriete schrijfgenre gekomen?

Schrijfbrons [Schrijverskast 6]

schrijfwedstrijd gewonnen

Hoe moet een prijswinnaar zich gedragen?

Door gastblogger Janneke Heimweg

Het is alweer een paar maanden geleden dat dit belangrijke moment in mijn schrijfleven plaatsvond, toch wil ik het graag met jullie delen.

Amsterdam, zaterdag 7 april 2012. De verhalenbundel van de Toekomstschrijvers, met daarin ook mijn verhaal, wordt gepresenteerd.
Oh ja, er is ook nog een prijsuitreiking. Ik neem aan dat ik niet zal winnen, en dat geeft niets. Ik ben vooral benieuwd naar de verhalenbundel; mijn allereerste publicatie!

We zijn een kwartier te vroeg, wat mijn stresspeil niet ten goede komt. Klamme handjes, een bonkend hart…je kent het wel. We lopen wat op de stoep heen en weer, durven nog niet naar binnen te gaan. Vijf minuten voor aanvang; manlief trekt me aan de arm mee naar binnen. Afwachtend bladeren we in boeken, ik veilig achter zijn brede rug.

Meer mensen druppelen binnen. De eigenaresse van de boekwinkel noteert namen, manlief duwt mij naar voren en ik stamel de mijne.
Er vormt zich een kringetje schuchtere schrijvers…

Oké, nu is het genoeg!

Ik zet mijn schrijversgezicht op en geef mezelf een schop; nu ga je genieten van dit moment. Er wordt ons een wit wijntje aangeboden. Ik kijk vooral nieuwsgierig om mij heen (ik verwacht immers geen prijs), hoe zien echte schrijvers er eigenlijk uit? Jong, oud, behaard of kaal; van alles zit er tussen.
Dan begint de juryvoorzitter met haar welkomstwoord en gaat daarna over op de prijsuitreiking. Maar eerst het juryrapport, ze start met de derde prijs.

Al bij haar tweede zin weet ik, dit is mijn verhaal!
‘Dat ben ik!’ Ik stoot manlief aan. Hij heeft geen idee welk verhaal ik heb geschreven, dus blij verrast en met enig ongeloof feliciteert hij me.

Wat de juryvoorzitter nog meer vertelt over mijn verhaal ontgaat me volledig, mijn benen trillen en ik adem snel. Droom ik? Mijn allereerste publicatie en dan ook nog een derde prijs…
Gelukkig stond het rapport later online, zodat ik het nog tachtigduizend keer kon nalezen.

Plaats 3: Hemelsbrood – Janneke Heimweg 
‘…Geloofwaardig verhaal waarin religieuze tradities subtiel worden ingezet voor een spannend plot.
Goede spanningsboog, mooie overgangen in het verhaal en intrigerend einde.’

‘De derde prijs van Toekomstschrijvers 2011-2012 gaat naar Janneke Heimweg.’ Het is dus echt waar. Mijn wijn is nog niet op! Ik loop naar voren, mijn lach zal van oor tot oor zijn.
Ik neem de tulpen (ja, echte tulpen uit Amsterdam…), het certificaat en de verhalenbundel (allemaal in één hand, de andere omklemt mijn wijnglas) in ontvangst.
‘Goh, wat leuk. Bedankt’, stamel ik, ‘dit is de eerste keer.’ Ik hoor mezelf nog meer in die trant mompelen en dan loop ik met mijn trofeeën terug naar mijn plaats.

De uitreiking van de andere prijzen gaat weer langs mij heen, sorry mensen. Ik slurp mijn drankje naar binnen en dan staat daar ineens een cameraman van de lokale Amsterdamse televisie. Vrolijk filmt hij ons prijswinnaars, hij vraagt onze namen en zoomt in op onze certificaten.
‘Wat gaat er door u heen’, vraagt hij lachend om zijn eigen grap.
‘Daar is het nog te vroeg voor om iets over te zeggen’, stamelt de Vlaamse winnares. We lachen stompzinnig naar elkaar en er worden foto’s gemaakt.

Dan is het tijd om afscheid te nemen. Ik schud de hand van de juryvoorzitter, knik vriendelijk naar alle aanwezigen en met een ‘tot ziens’ maak ik mij uit de voeten. Geen idee hoe een prijswinnaar zich moet gedragen…

Op straat lijkt het of iedereen naar mij kijkt, ik voel me heel wat. Gelukkig gaat het leven gewoon door en staan we even later een poloshirt voor manlief uit te zoeken.

Je kunt het winnende verhaal hier lezen >

Help! De shortlist! [Schrijverskast 5]

Door gastblogger Janneke Heimweg

Toekomstschrijvers

Ik sta voor het eerst van mijn leven op een heuse shortlist van een schrijfwedstrijd!
En ik leef nog…

Een tweet van de ‘Toekomstschrijvers’ bracht het grote nieuws. 
Sinds jaar en dag verlang ik naar dit moment, mijn naam op een lijst met winnaars naar aanleiding van een schrijfwedstrijd.
Daar schrijf ik voor.
Toch?

Nu is alles nog steeds hetzelfde. Had ik dan verwacht dat er iets zou veranderen? Had ik verwacht dat ik mij anders zou voelen? Mijn collega vroeg gisteren: ‘wat is eigenlijk een shortlist?’
Om aan te geven dat het leven dus niet om een shortlist draait…

Ik ben uitgenodigd in een boekwinkel in Amsterdam voor de prijsuitreiking, en om de verhalenbundel (met alle shortlist verhalen) in ontvangst te nemen.
Amsterdam. Voor ons noordelingen is dit een dagje uit. Opa en oma moeten worden ingeschakeld en er moet een OV- chipkaart worden gekocht. Leuk allemaal, maar hoe gaat het daarna verder?

De eerste prijs is de publicatie van je manuscript, de tweede en de derde prijs zijn een beoordeling van je manuscript.
Hoe dan ook, als ik win zal er een manuscript moeten komen. Stel je toch voor dat ik een van de prijzen win. Wat dan? Dan zal ik dus een manuscript moeten produceren. Geen ‘makkelijke’ korte verhalen meer, maar een heel manuscript. Help!

Terwijl ik dit schrijf, vraag ik me af wat eigenlijk mijn schrijfdoel is. Mijn schoonmoeder stelt regelmatig voor dat ik kinderverhalen ga schrijven; ‘kun je mooi voorlezen aan je kids’.

Voor mij is schrijven als een hart voor het menselijk lichaam. Zonder schrijven geen spirit. Dat is al een goed doel op zich, ‘gewoon schrijven’.
Of wil ik stiekem toch bekend en beroemd worden? Dat iedereen mij kent en dingen over mij kan vinden, zeggen en schrijven; positief of negatief. En dat mijn woorden, verdraaid, in de roddelbladen staan?

Voor nu blijf ik maar gewoon mezelf.
‘Gewoon schrijven’, dan doe je al gek genoeg.

Schrijfroulette [Schrijverskast 4]

Door gastblogger Janneke Heimweg

Wedstrijdschrijver als speelbal

.. speelbal ..

 

Sinds 2008 schrijf ik. Ik pik een of meerdere geschikte schrijfwedstrijden uit het grote aanbod en ga vol goede moed aan de slag. Als beginner weet je natuurlijk diep in je hart dat je niet zult winnen, maar niemand doet mee aan een wedstrijd zonder een sprankje hoop.

Dus zo incasseer ik jaar na jaar het zwijgen van de desbetreffende uitgever, universiteit of damesblad. Want dat is wat er gebeurt.
Stilte.
In de loop van mijn schrijfwedstrijd-carrière begint dit zwijgen mij behoorlijk te irriteren. Als verliezer hoor je namelijk niets van zo’n organisatie. Niet eens een klein berichtje met bijvoorbeeld: ‘Helaas, u hebt niet gewonnen. Bedankt voor de moeite’.
Niets.
En dat is best sneu.

Nu heb je ook nog eens van die grapjassen die tijdens de wedstrijd de spelregels veranderen. Zo heb ik al meerdere malen een plotseling uitgestelde deadline geïncasseerd. Hier kom ik dan vlak voor de beloofde deadline achter en aangezien ik een ‘op het laatste moment’ schrijver ben, verdwijnt mijn motivatie bij zo’n bericht onmiddellijk.

Er was eens een plaatselijk uitgeverijtje dat na de deadline besloot om de hele wedstrijd af te gelasten. Navraag leerde mij dat niemand van de inzenders aan zijn eisen voldeed.
Een jurylid van een schrijfwedstrijd van de UK blogde onlangs dat ze het zo zwaar vond om maar liefst 1800 woorden te moeten lezen per deelnemer. Zou ze onder schot gehouden zijn toen ze besloot jurylid te worden?

Bij het Gronings schrijfproject dewebschrijvers.nl kan men er ook wat van. Nu moet ik natuurlijk ook reëel zijn en bedenken welke rechten wij beginnelingen nou eigenlijk hebben. We mogen blij zijn dat we tijdens dit project überhaupt met zulke grote schrijvers mogen samenwerken.
Maar ik hou gewoon niet van beloftes (uitgegeven worden, VIP kaarten voor het Schrijversbal) die in de loop van de cursus of wedstrijd veranderen of verdwijnen.

Dus wij beginnende schrijfstumpers zijn eigenlijk gewoon speelballen in de wereld van de schrijfroulette.
We doen dit vrijwillig, dat dan weer wel.

Met de billen bloot I [Schrijverskast 2]

Gastblogger: Janneke Heimweg

Nietsvermoedend stap ik die zaterdagmiddag de ‘Erlenmeyerzaal’ van ‘het Paleis’ in Groningen binnen. Het tweede hoorcollege, in de reeks van vier, behorende bij het schrijfproject dewebschrijvers.nl, wordt gegeven door dé René Appel; wie kent hem niet. Handje schudden, koffie inschenken, schrijfblok in de aanslag; wij cursisten zijn er klaar voor!

René Appel

René Appel

René Appel (ik noem hem hier toch maar met achternaam omdat het anders lijkt alsof ik hem persoonlijk ken) is nerveus; zijn stem hapert en hij wrijft zijn trillende (en klamme?) handen tegen elkaar.
Opmerkelijk, wij cursisten zijn toch degenen die nerveus zouden moeten zijn, zo dicht bij de man die de literaire thriller heeft uitgevonden.

Tot aan de laatste vijf minuten is het een zeer boeiend hoorcollege.
Vragenrondje.
In mijn naïviteit vraag ik aan René Appel (ik moet eigenlijk schrijven ‘Professor René Appel’) wat hij zijn beste boek vindt.
Ai!
Foute vraag!
Hoe kan ik zo dom zijn om die vraag te stellen, blijkt enkele seconden later. Hij kijkt mij aan en zegt: ‘ik neem aan dat jij geen kinderen hebt.’ Mijn medecursisten reageren ontzet (lief van ze trouwens), zij weten dat ik zeven weken geleden mijn dochterlief op de wereld heb gezet en dat mijn zoonlief inmiddels zelf een pen kan vasthouden.
Ik stamel dat ik twee kinderen heb en voel de kleur van mijn wangen boven tomaatrood uitstijgen.
Is Professor René geschrokken van zijn opmerking dan laat hij dat niet merken. Onverstoorbaar antwoordt hij: ‘mijn boeken zijn als mijn kinderen en ze zijn me dus allemaal even lief zijn.’
Volgende vraag.

Na afloop van die cursus blijf ik niet, zoals gebruikelijk, napraten. Ik spoed mij naar huis om mijn verontwaardiging op de schouder van manlief uit te huilen. Natuurlijk knal ik mijn belevenis op twitter, een lieve vriendin reageert dat ik ‘vast weer eens opstandig was en dat ik zijn opmerking dus wel verdiend zal hebben’. (Ook zij kent me).
Jullie weten nu het echte verhaal. Journalist zal ik dus nooit worden, als ik groot ben.

Ik wist niet dat je schreef! [Schrijverskast 1]

Door Janneke Heimweg

‘Ik hou van hobby’s…’, was in mijn jeugd een reclameslogan.
Mijn hobby is schrijven. Ben ik daarom een schrijver? Een schrijver is iemand die schrijft. Maar ik verkoop geen boeken, zoals veel andere schrijvers.
Ik ben een stille schrijver.Hoe zijn die boekverkopende schrijvers bekend geworden? Ook zij zijn ergens onderaan de uitgeversladder begonnen. Zij moesten zichzelf en hun schrijfwerk promoten, zichzelf aanbieden en vragen om leesaandacht.
Dit zijn naar mijn idee geen typische schrijverskenmerken. Een schrijver zit alleen op zolder achter zijn computer te schrijven. Toch?

Ik schrijf voor zo veel mogelijk schrijfwedstrijden. Ooit zal ik dan beroemd worden, neem ik aan.
Voor een zo’n wedstrijd moet ik mijzelf promoten. Het gaat hierbij om de publieksprijs. Wie de meeste stemmen krijgt, die wint. Logisch.

Wil ik dat eigenlijk wel: mijzelf promoten.

En hoe doe je dat? Makkelijk: je plaatst een tweet.
En dan? Je doet mee aan schrijfactiviteiten.
En dan? Daar blijft het in mijn geval bij. Met behulp van twitter (ik heb alleen schrijfmensen als volgers) heb ik, voor die bewuste schrijfwedstrijd, 5 stemmen verzameld. Bedankt lieve tweeps.
Maar ik sta op plaats 21 van de 41.

In mijn omgeving zijn er weinig mensen die weten dat ik al jaren schrijf. ‘Schaam je je ervoor?’ vroeg manlief. ‘Natuurlijk niet’.
Maar wat is dat dan?
Ik loop er gewoon niet mee te koop. Het blijft een onbegrepen hobby. Men kan er niet zoveel mee.
Hoe vertel je aan je omgeving dat je schrijft? Op verjaardagen na zes wijntjes of bij de eerste kennismaking nog voordat je je naam hebt genoemd?

Nu heb ik, speciaal voor deze wedstrijd, mijzelf en mijn verhaal in de etalage gezet, op facebook. Let wel, ik hou NIET van facebook. Ook hier ben ik een stille. Maar nu staat mijn verhaal op deze sociale site. Om stemmen te verzamelen.
Voor de meesten van mijn omgeving is dit de eerste kennismaking met mijn schrijven. Mijn facebookmensen (familie, vrienden, collega’s en anderen) waren erg enthousiast. Veel reageerden met: ‘Goh, ik wist niet dat je schreef.’
Dat klopt.

Het is toch spannend wat bekenden van je verhaal en dus je ziel vinden. Tegenstrijdig eigenlijk: ik lees wel voor aan een groep onbekenden tijdens Culturele Zondag in Groningen en doe mee aan schrijfcursussen met bekende schrijvers als docenten, maar dat is allemaal met schrijfmensen. Zodra er familie of vrienden in de buurt zijn dan sluit ik mijn schrijfhoofd en hou mij stil. Het is gewoon makkelijker om je schrijfgevoel met onbekenden te delen.

Dankzij facebook sta ik nu wel op de 7e plaats. Dat leuren om stemmen werkt dus. Om eerlijk te zijn is die aandacht ook best verslavend. Daarom ga ik de komende tijd lekker veel columns en blogs schrijven voor deze site, wat een vooruitgang in mijn schrijfcarrière!

En een ding is zeker, ik ben uit de Schrijverskast!