– Gebaseerd op Susan Shapiro, 10 rules for writing opinion pieces, mei/juni 2009
Opiniestukken zijn vaak heel vermakelijke, rappe en heetgebakerde artikelen in kranten en magazines. Vooral als ze geschreven zijn door onbekende personen met een uitgesproken mening, die werkzaam zijn in een bepaald beroep. Dat komt omdat redacteuren van kranten en online magazines graag snel commentaar willen hebben op nieuwsfeiten en dan het liefst van ‘experts’ die de zaak van een ‘deskundige’ kant kunnen belichten, terwijl het nieuwsitem zich ondertussen verder ontwikkelt.
Dus heb je een spannend en ongebruikelijk standpunt over een actualiteit, en werk je binnen een relevant beroep (je bent bijvoorbeeld leraar, zakenman, advocaat, dokter, oppasouder of postzegelverzamelaar), dan hoef je geen journalistiek te hebben gestudeerd of redactionele ervaring op je cv hebben staan – gewoon even nadenken en het dan slim aanpakken. Je stuk komt geheid in de krant.
Het gaat hier niet over ingezonden brieven, maar over artikelen die je aan de krant wilt verkopen.
Even nadenken en slim aanpakken, hoe dan?
1. Wees er vroeg bij.
Dien je verhaal zo mogelijk al in voordat het onderwerp op de voorpagina staat. Maak je je boos over Sinterklaas? Stuur je stuk dan een week voordat Sint in het land arriveert al naar de krant.
2. Zorg voor een uitgesproken mening.
Wees niet te mild, je moet niet de kool en de geit willen sparen, en niet beginnen over ‘twee kanten aan het verhaal’. Gewoon recht voor z’n raap.
3. Maak duidelijk dat je heel erg bij het onderwerp betrokken bent.
Als je een expert bent op het gebied, is het mooi als je je autoriteit in de eerste persoon enkelvoud neerzet, vooral als jouw eigen verhaal model kan staan voor veel meer betrokkenen. Je moet dat gezag ook wel echt hebben, natuurlijk. Je moet minstens in Afghanistan gevochten hebben of er een familielid hebben verloren voordat je jouw stuk over dit onderwerp aan de krant kunt slijten.
4. Voeg onbekende feiten toe.
Kranten willen nieuws, geen oude verhalen. Vraag jezelf voortdurend af wat er precies nieuw, ongebruikelijk en actueel aan jouw verhaal is en vermeld uitzonderlijke weetjes, nieuwe cijfers en waar mogelijk recente citaten om je verhaal te schragen.
5. Kom niet met een voordehand liggend verhaal..
.. maar zet de zaak eens op zijn kop, wees de advocaat van de duivel, neem een positie in, die jij alleen maar kunt innemen. Wees uniek.
6. Hou het kort en aantrekkelijk.
De meest geslaagde stukken zijn ergens tussen 350 en 700 woorden lang.
7. Wees je bewust van de lezerskring.
Schrijf niet alleen maar over Amsterdam als je je stuk naar het Dagblad van het Noorden stuurt.
8. Durf meerdere gezichten te hebben.
Als je vaker opiniestukken schrijft, kun je ervoor kiezen meer dan één persoonlijkheid te hebben. Schrijf je over een rechtszaak, dan ben je de advocaat. Heb je een mening over opvoeding, dan ben je de moeder of vader en vertel je dat je vier opgroeiende kinderen hebt.
9. Geef geen commentaar op ander commentaar.
Hoewel je zou verwachten dat de krant wel een reactie wil plaatsen op een opiniestuk van gisteren, gebeurt dat meestal niet. Ze plaatsen ook liever geen kritiek die over artikelen in een ándere krant gaat. Ook verhalen die maar over één film, één boek of één televisieprogramma gaan, halen het meestal niet. Beter is om een bepaalde trend te onderscheiden en deze onder de loep te nemen of een serie films, boeken of televisieprogramma’s te bespreken en daar dan commentaar op te leveren.
10. Hou een vinger aan de pols.
Als je je artikel hebt ingestuurd moet je niet wachten tot je wordt teruggebeld. Soms is je artikel niet eens aangekomen. Neem binnen een week contact op met de opinie-redactie, om beleefd te checken of ze je artikel überhaupt hebben ontvangen.
Sommige bladen betalen niet voor losse artikelen. Maar sommige redacties ‘vergeten’ ook wel eens te vertellen dat ze dat wel doen, als je er niet zelf over begint of een factuur stuurt. Kom voor jezelf op!
Dit artikel verscheen in de Verenigde Staten en is door ons vrij vertaald en bewerkt. Hoewel de situatie in Nederland anders is dan in de US (we lezen tegenwoordig over Nederlandse columnisten die het voor niets moeten doen!), zijn de meeste hierboven genoemde adviezen toch ook in ons land heel bruikbaar.