Hoe schrijf je in korte tijd een managementboek?

Managementboeken schrijven is volkssport nummer twee in Nederland (voetbal is nummer 1). Ieder zichzelf respecterende consultant of manager zorgt dat hij ook minstens één boek op zijn naam heeft staan. Maar wat nu als je je eigen verhaal niet interessant genoeg vindt? Dan biedt het interviewboek uitkomst.

Een van de simpelste manieren om een boek te schrijven is een aantal experts interviewen en daarmee jouw boek samenstellen. Dat kan iets moois opleveren maar er kan ook veel fout gaan.

Het idee is ongelofelijk eenvoudig. Je praat gewoon met een aantal deskundigen in je vakgebied en maakt van elk gesprek een hoofdstuk. Klaar is kees. Helaas is het risico groot dat het een rommeltje wordt. Of nog erger: een oninteressant en oersaai verhaal. Voordat je op pad gaat moet je je daarom eerst een paar dingen afvragen.

  • Wat wordt de meerwaarde van je boek? Biedt het iets waardoor mensen jouw boek geïnteresseerd zullen gaan lezen? Wat kunnen ze eraan hebben? En wat kun jij er zelf aan hebben?
  • Is er een overkoepelend idee, de rode draad van het boek? Wil je een bepaalde boodschap meegeven?  Is er een specifiek probleem dat je wilt bespreken?
  • Het wordt jóuw boek, waarmee je jezelf ook als deskundige neerzet. Hou dus zelf de regie en laat niet alles aan toevalligheden over. Zet maar eens een globale inhoudsopgave op papier. Welke onderwerpen moeten er in jouw boek aan bod komen? Elk onderwerp is een hoofdstuk.
  • Met de inhoudsopgave in de hand ga je kijken welke mensen je per hoofdstuk het beste kunt interviewen. Die mensen moeten wel iets te bieden hebben; iemand met vakkennis is niet automatisch ook een interessante gesprekspartner. Heeft de expert een interessant verhaal? Is het een boeiend persoon? Heeft hij een bijzonder specialisme?
  • Ga nooit onvoorbereid het gesprek in. Bedenk van tevoren hoe je het interview gaat opzetten. Weet je welke vragen je aan iedereen gaat stellen? Improviseren is goed, maar laat niet teveel aan de nukken van de geïnterviewde over. Het wordt jouw boek, niet hun boek. Een vaste structuur voor elk gesprek is een handig hulpmiddel om de samenhang te bewaken. Per geïnterviewde noteer je daarnaast twee of drie speciale vragen voor die ene persoon, gebaseerd op wat je van hem of haar weet. Daarmee kun je hem of haar in je boek goed portretteren.

Nu wordt het eindelijk tijd om met je opnameapparatuur op pad te gaan.
Je maakt een werkrooster en gaat aan de slag. Afspraken maken, gesprekken opnemen. Het is handig direct na afloop de gesprekken uit te typen. Alleen uittikken wat anderen gezegd hebben is aardig, maar als je slim bent voeg je per hoofdstuk ook iets van jezelf toe, bijvoorbeeld een korte inleiding en je eigen conclusie na afloop van het gesprek.

Een goed voorbeeld van een dergelijk boek is Cor Hospes – Guerillamarketing. Hij beschrijft daarin zijn boeiende zoektocht naar een definitie van guerillamarketing in Nederland.
Een minder geslaagd voorbeeld vind ik Thomas Lepeltak – Zo werden wij rijk. Dat boek is een beetje een saaie opsomming van losse biografieën, hoewel de afzonderlijke verhalen best interessant zijn.

Digitale leestip: Guerillamarketing | Cor Hospes

Voor dit artikel heb ik onder meer gebruik gemaakt van Ronda del Boccio  ‘How to write an interview book that makes your expertise shine’

Waar vind ik mijn schrijfopdrachten?

Freelance schrijvers werken voor opdrachtgevers. Maar waar vind je die? We krijgen een lesje marketing van schrijfster Lexi Rodrigo. 

Volgens haar moet je eerst op zoek gaan naar je ‘niche’, een kraakhelder gedefinieerd marktsegment waar je je op richt. Ga niet voor iedereen alles schrijven, maar specialiseer, zegt ze. Dat geeft je ook de kans om meer vergoeding te vragen.

Ze vergelijkt de schrijfwereld met die van de medische zorg: een specialist bedient misschien minder patiënten maar verdient wel meer dan een huisarts. Dat verschil wordt geaccepteerd omdat de specialist meer training en ervaring heeft op een bepaald specialistisch gebied. Daardoor kan hij bepaalde typen patienten wel behandelen en de huisarts niet. Dat maakt hem bijzonder.

Zo werkt het ook met schrijfopdrachten. Je specifieke manier van schrijven en je schrijfstijl zijn misschien niet geschikt voor iedereen, en dat is juist een voordeel. Je zoekt de perfecte aansluiting, die voor jou en je klant beiden een groot voordeel kan opleveren.

In de marketing wordt de term niche gebruikt voor een zeer specifiek te onderscheiden segment binnen een bepaalde markt.

Je niche definieren betekent dat je op zoek gaat naar dat specifieke hoekje in het schrijfuniversum waar jij graag zou willen zitten. Die niche moet je goed kunnen onderscheiden en hij moet bovendien bij je passen.

Hoe vind je nou zo’n niche?

Lexi Rodrigo onderscheidt zeven elementen waar je naar moet kijken.

1) Tekstsoort
Schrijf je voor het web? Schrijf je liever eBooks, artikelen, case studies of white papers? Je kunt nog verder gaan. Als je bijvoorbeeld een webschrijver bent, wil je dan commerciële websites, zoekmachine, online video’s of autoresponders schrijven?

2) Combinaties.
Je kunt je niche ook definiëren door middel van de unieke combinatie van diensten die je kunt leveren. Misschien schrijf je alle teksten die een klant nodig heeft om een nieuw product te lanceren, van affiliate emails tot verkooppagina’s. Of je bent naast schrijver ook goed in grafisch ontwerp voor pagina’s, logo’s, buttons of facebook-profielen.
Kijk of je talenten hebt die je kunt combineren met je schrijverschap, zodat je de niche goed kunt profileren.

3) Schrijfstijl.
Je schrijfstijl definieert eveneens je niche, of je dat nou leuk vindt of niet. Ben je goed in spreektaal of hou je meer van de academische stijl? Misschien kun technische taal uitstekend omzetten in gewoon Nederlands. Hoe typeer je jouw stijl? Opzwepend, warm en vriendelijk, gezaghebbend, puntig.. zeg het maar.

4) Je werkwijze.
Ook je werkwijze bepaalt je niche. Gebruik je niet-goed-geld-terug? Ben je supersnel en betrouwbaar? Er zijn genoeg freelancers die hun klanten in de kou laten staan, dus snel en betrouwbaar is een belangrijke manier om je van die anderen te onderscheiden. Waar hebben mijn klanten een hekel aan bij freelance schrijvers? Als je dat weet kun je het tegenovergestelde aanbieden.

5) Bedrijven of consumenten
En dan de klanten. Moeten dat bedrijven of consumenten zijn?
Kies je met andere woorden voor business-to-business  (b2b) of voor busiiness-to-consumers (b2c)? Deze keuze heeft al belangrijke gevolgen voor je niche, maar daarmee ben je er nog niet.

6) Branche
Je kunt voor het definiëren van je B2b niche nog een specifieke branche benoemen, bijvoorbeeld financiële dienstverlening of zorg, onderwijs of handelsmaatschappijen.
Bij consumenten kun je bijvoorbeeld kiezen voor persoonlijke ontwikkeling, zaken als overgewicht, internet marketing etc. Je kunt je ook nog in een verzameling verwante branches specialiseren.

7) Demografie
Een andere manier om je te onderscheiden is de demografische factor. Inkomensniveau, bedrijfsgrootte, geografische ligging, expertise etc.

Lexi Rodrigo waarschuwt er wel voor dat je er ook te ver in kunt gaan. Je uiteindelijke keuze kan een heel klein segment zijn, met te weinig klanten die jou bovendien niet kunnen betalen of niet geïnteresseerd zijn in je aanbod. Daar moet je natuurlijk wel oog voor houden.

Bron: Seven Ways to Find Your Writing Niche – Lexi Rodrigo
Nederlandse bewerking: Writersplaza.nl

Writersblock doorbreken, hoe doe je dat?


Doorbreek je writersblock

Writer’s block is dat wormpje van twijfel dat in je geest kruipt, dat jou ieder woord of elk idee kritisch terzijde laat schuiven en jou vertelt dat je helemaal geen goede schrijver bent. Schrijven is moeilijk genoeg. Als er ook nog twijfel en gebrek aan zelfvertrouwen gaan meespelen, dan wordt schrijven inderdaad onmogelijk.

Dat plotselinge, onverklaarbare onvermogen om woorden op papier te krijgen kan bij elke schrijver op elk moment toeslaan. Onervaren schrijvers herkennen het soms niet als zodanig. Ze denken dat er iets vreselijks met ze aan de hand is, een of ander groot en onbekend probleem waardoor ze nu minder vertrouwen en minder motivatie hebben om te schrijven. Ze realiseren zich niet dat het gewoon writersblock is en niets anders.

Het overkomt ook ervaren schrijvers. Marige O’Brien  bijvoorbeeld. Ze heeft er onlangs weer een vlaag van weten te overwinnen, vertelt ze in haar blog. Bij haar begon het toen iemand een onschuldige opmerking maakte over haar stuk. Dat ging niet eens over haar schrijftalent. De commentator vond dat ze een verkeerd onderwerp gekozen had. Het zat haar een poosje in de weg, maar dankzij haar ervaring begreep ze dat het hier om writersblock ging, waardoor ze er overheen kon komen. Hoe deed ze dat?

“Het overwinnen van writersblock is een proces. Er komt meer bij kijken dan de ‘tien tips’ of ‘vijf stappen’. Het is voor iedereen weer anders, maar je kunt er toch een paar gemeenschappelijke fasen in onderscheiden”. Ze beschrijft er vijf.

Heb ik writer’s block?
Allereerst moet je het probleem herkennen. Je kent het cliché dat het probleem herkennen al de halve oplossing is. In dit geval is het ook echt waar. Omdat het zo ongrijpbaar is, omdat het zich in zoveel verschillende gedaantes kan voordoen, is het echt een belangrijke eerste stap om te zien dat het hier om writersblock gaat.
Wanneer heb je writersblock? Als je denkt dat je niet kan schrijven of als je het schrijven en het schrijverschap onnodig mystificeert. Maar wie kan lezen en kan schrijven kan ook schrijver worden. Misschien niet een beroemde, maar wel een vaardige. Omdat schrijven voor negentig procent vaardigheid is en slechts tien procent verbeelding.

Wanneer is het begonnen?
Ten tweede moet je op zoek naar de bron. Meestal kun je het begin van een writersblock herleiden tot een bepaalde gebeurtenis. Voor de een begint het met een losse opmerking van iemand die belangrijk voor je is, zoals een leraar, vriend of familielid. Voor de ander is het een bepaalde teleurstelling die je hebt ervaren. Afgewezen voor een baan, niet toegelaten bij een studie, geen prijs gewonnen bij een wedstrijd..

Wat was het nou precies?
Hemingway liet zich nooit weerhouden door commentaren of de vele afwijzingen die hij kreeg. Was hij arrogant, of was zijn behoefte om te schrijven gewoon groter dan zijn behoefte aan erkenning? Hoe dan ook, het belangrijkste is dat je altijd nog zelf bepaalt wat wel en niet invloed op je mag hebben.
Dat klinkt misschien gek. Immers, zonder erkenning kan je als schrijver niet slagen. Oké, maar je laten beïnvloeden is één ding, je laten ontsporen is iets anders. Dat mag nooit gebeuren. Stel je voor dat Hemingway zijn vastbeslotenheid door een van die afwijzingen had laten aantasten. Dan zouden we een schrijver armer zijn geweest. Maar hij ging gewoon door. Misschien begreep hij die ene universele waarheid van schrijvers: één enkele mening doet niet ter zake. Lezen is namelijk subjectief. Wat de een mooi vindt, kan de ander niet bekoren. Ook de meestgeprezen auteurs krijgen nog kritiek.
Dus kijk naar de bron van je writersblock en kijk er objectief naar. Zet er vraagtekens bij, vraag je af wat je verwachtingen waren, en wat het precies was dat de ballon van je enthousiasme kapot wist te prikken. Leg het onder de loep en blijf vragen stellen totdat je weer perspectief ziet. Inderdaad, dit soort introspectie kan soms wel jaren duren.

Heb ik een reden nodig?
Writersblock is gekoppeld aan jouw schrijverschap. Als je niets om schrijven zou geven, was er ook geen block. Het is juist omdat je er waarde aan hecht dat het blok kan bestaan. De schrijver hecht er waarde aan omdat hij wil of moet schrijven. Punt. Je hoeft helemaal niet verder te kijken. Er zit voldoende rechtvaardiging in het simpele feit dat je verlangt om te schrijven. Kortom: Wil je schrijven? Dat is reden genoeg om het te doen.

Kan ik het doorbreken?
Nu je het probleem, de bron en de rechtvaardiging op tafel hebt liggen, hoef je alleen nog maar de daadwerkelijke blokkering op te heffen. Oh, is dat alles? Ja. Dat is alles. Maar het is wel heel persoonlijk. Een persoonlijke uitdaging om een vredesakkoord met jezelf te tekenen.
Marige O’Brien vertelt dat ze tegen zichzelf zei dat het commentaar van de commentator gewoon kortzichtig was en oppervlakkig, omdat hij de inhoud van haar stuk helemaal niet begrepen had. Toen ze zich dat realiseerde, kon ze het definitief opzij schuiven.

 

Tip:
Voor wie zover is en een vonkje nodig heeft om de machine weer aan de gang te krijgen:
Writersplaza Vonkenmachine  is een gratis emailservice van writersplaza.nl.

Je ontvangt  gedurende twee weken dagelijks een kort mailtje met een schrijfopdracht, om een  `vonkje` te laten overspringen.

Nu regelen! >>>

Hoe je een roman NIET moet beginnen

“Begin met de handeling.” Zo luidt een veelgehoord advies aan schrijvers die een roman willen opzetten. In medias res, zo wordt het ook wel aangeduid. Actie. Een enorm cliché dat zo vaak is herhaald dat het schrijvers  de keel uithangt. Lezers trouwens ook.

Als er meteen van alles gebeurt op de eerste pagina, verzucht de lezer: Alles goed en aardig, maar  wat heb ik daar in godsnaam mee te maken?

Weet je waarom? Actie, de handeling, behoort een context te hebben, en moet zo stevig mogelijk verankerd liggen in het personage van wie we al een beetje zijn gaan houden.

Als de openingsscène nauwelijks karakterisering bevat maar alleen volgeplempt zit met actie, dan ontstaat er al gauw een scène

  • die geen karakteristiek, eigen stem of gezichtspunt bevat
  • die een stereotiep crisismoment laat zien, vol met actie of pijn, maar zonder een kern
  • die alleen maar bedoeld is voor de opwinding, zonder enig verband met het plot, met het conflict of de verhaalboog.

Roman-openingen die je meteen grijpen, hebben in elk geval:

  • een personage waarmee je je verbonden kunt voelen, iemand die je begrijpt
  • een situatie die spanning in zich draagt, bijv een personage krijgt niet wat hij wil of hij ondervindt tegenstand
  • een indicatie van het centrale vraagstuk in de roman, of het centrale conflict tussen de personages

Een voorbeeld (vertaald uit het Engels):
Toen ze uit de Cessna stapte, was mijn eerste gedachte dat een man nu eenmaal moet fantaseren over zo’n vrouw, zelfs als hij haar niet eens mag. Mijn tweede gedachte was dat ze mij nou niet bepaald het type leek om op avontuur te gaan in de bergen van Idaho, waar de dichtstbijzijnde weg op meer dan dertig mijl en de dichtstbijzijnde telefoonverbinding op zeker de dubbele afstand lag. Ze droeg een turquoise bloes, een donkergrijze rok en hakken van 7 centimeter; geen kleding die ik zou aanraden voor bergtochten.

Probeer je voor de geest te halen welke boeken jij een intrigerende opening vond hebben. Bestudeer die eerste pagina eens goed.

Waarom zijn de eerste regels van Nescio’s Titaantjes toch zo beroemd geworden, terwijl er helemaal geen actie of handeling in zit? “Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik het zelf.”

MEER LEZEN:

The First Five Pages: A Writer’s Guide to Staying Out of the Rejection Pile

In the Beginning: First Lines of Your Favourite Books

ABC: Opening Sentences of Famous Novels

Great Beginnings and Endings: Opening and Closing Lines of Great Novels

Great Beginnings

Novel Openers: First Sentences of Over 11, 000 Fictional Works, Topically Arranged with Subject, Keyword, Author and Title Indexing

Nog meer boeken over schrijven (Nederlandstalig)>>

Hoe breng je samenhang in je artikel?

samenhang in je artikel

 

Zelfs het meest wereldschokkende idee maakt weinig indruk als je het niet op een samenhangende manier voor de lezer neerzet. Als schrijver moet je verbanden leggen, ideeën aan elkaar koppelen, zodat de lezer het complete plaatje gaat zien.

Losse ideetjes zijn net zo saai als willekeurige citaten op een rijtje. Niet prettig om te lezen, want er zit kop noch staart aan. Even niet opletten en de lezer heeft een hele alinea overgeslagen. Of nog erger: de hele tekst gewoon terzijde gelegd. Dat wil je niet!
Er zijn vier basisgereedschappen waarmee je gemakkelijk samenhang kunt scheppen. Het lijkt een beetje op computerprogrammeren, dus we gebruiken gemakshalve dezelfde termen.
1. Transitional tags: overgangswoorden.
Daarmee knoop je expliciet je ideeën aan elkaar. We bedoelen hier eenvoudige voegwoorden als ‘en’, ‘want’, ‘maar’ en bijwoorden als bijvoorbeeld ‘anderzijds’, ‘daarentegen’ en ‘bovendien’. Je moet ze natuurlijk wel correct toepassen, anders staan ze als een vlag op een modderschuit.
2. Repeating keywords: herhaling van sleutelwoorden. Zijn er specifieke sleutelwoorden of uitspraken die cruciaal zijn in je verhaal? Welke begrippen moet de lezer in elk geval oppikken? Als je die woorden op verschillende plekken steeds in je tekst laat terugkomen, begrijpt de lezer dat dat de rode draad moet zijn. Schrijvers variëren graag, ze vinden het niet mooi om steeds dezelfde woorden te gebruiken. Toch heeft het herhalen van sleutelwoorden een belangrijke functie voor de samenhang. Dan maar even iets minder mooi.
3. Pronoun reference: aanwijzende of persoonlijke voornaamwoorden. Ze verwijzen naar iets in de vorige zin of alinea, bijvoorbeeld ‘dit’, ‘dat’, ‘deze’ ‘die’. In de vorige zin was ‘ze’ al een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord. Zulke woorden maken het voor de lezer gemakkelijker om het verband te zien. Bovendien wordt hij uitgenodigd snel verder te lezen.
4. Parallelle vormen: soort bij soort. Als je drie punten wilt behandelen, gebruik dan voor die drie punten steeds dezelfde vorm (bijvoorbeeld een zelfstandig naamwoord of een korte zin in dezelfde vorm). Daarmee snapt de lezer dat ze bij elkaar horen. Op zo’n manier heb je meteen samenhang gebracht in je stuk zonder verder nog iets uit te hoeven leggen.
Succes!

Vrij naar: Mary Simmers

De kracht van kleur bij het schrijven

Kleur is een van de meest gebruikte bijvoeglijke naamwoorden van schrijvers.

Waarom? Heel simpel, wie kan lezen, kan meestal ook kleuren herkennen. Kleur hoort bij het dagelijks leven. Kleurwoorden geven voeding aan verbeelding en kunnen een scene heel goed tot leven wekken.
Vrijwel iedere schrijver gebruikt wel kleur in zijn verhalen. Maar sommigen vergeten dat je kleur op heel veel manieren kunt gebruiken. Soms zitten ze vastgebakken aan één bepaald adjectief en dat gebruiken ze telkens weer. Dat wordt al gauw een saaie boel.

Je kunt natuurlijk de kleur van een ding noemen. Een rode appel, een zwarte kat, een blauwe vis, enzovoorts. Dat draagt inderdaad bij aan een meer gedetailleerde voorstelling in het hoofd van de lezer. Maar het zijn maar gewone en alledaagse woorden. Er bestaat wel meer dan rood, oranje, geel, groen, blauw, paars, bruin, wit en zwart. Een waar spectrum van duizenden kleuren staat tot je beschikking. Met een ruimere woordkeuze kun je veel meer oproepen. Je voorkomt bovendien dat de lezer zich gauw gaat vervelen.
Een paar suggesties:
rood, bordeaux, karmijn, cerise, kers, karmozijnrood, fuchsia, kastanjebruin, magenta, robijn, sanguine, scharlaken, vermiljoen …
Oranje, kastanjebruin, geelrood, kastanje, koraal, gember, perzik, mandarijn ..
Geel, amber, bisque, blond, goud, ivoor, citroen, oker, saffraan,  …

Krijg je de smaak al te pakken?

Groen, smaragd, mosgroen, jade, limoen, mint, olijf, dennen, salie, kopergroen, Viridian, wilgengroen
Blauw, azuur, hemelsblauw, kobalt, indigo, marine, koningsblauw, saffier, turkoois, ultramarijn …
Paars, amethist, lavendel, lila, mauve, moerbei, orchidee, pruim, violenblauw, wijnrood …
Wit, albast, asgrauw, parelwit, grijs, zilver, rokerig, steen,
zwart, antraciet, ebbenhout, obsidiaan, onyx, marter …

Moeten we doorgaan?

Er is in elk geval keuze genoeg. Maar er komt  meer bij kijken dan het kiezen van een kleur. Denk eens aan een vergelijking tussen twee verschillende objecten, waarbij je de kleur van het ene ding gebruikt om het andere te beschrijven. Bijvoorbeeld:
de bladeren waren rood en oranje –> de bladeren hadden de kleur van flakkerend vuur…
Het shirt was roze –> Het shirt had de kleur van verse rozenblaadjes

Beide manieren kunnen werken. Het gaat erom dat je bepaalde dingen met een belangrijk detail wilt uitlichten. Je hoeft de lezer echt niet de kleur van elk ding te vertellen, maar als je in staat bent met kleuren  een schilderij van woorden te maken, is het voor de lezer helderder en plezieriger om je boek uit te lezen.

Niet bang zijn om te proberen. Doe gewoon  een poging als je weer eens ‘n detail beschrijft. In het begin zal het even wennen zijn. Misschien is het niet genoeg of juist te veel, je hoort het vanzelf van de recensenten. De dosering is gemakkelijk aan te passen. Het gaat erom dat het leuk blijft. Als je eenmaal de balans hebt gevonden, komen de juiste woorden tijdens het schrijven vanzelf naar boven. Go with the flow! En dan moet je eens kijken hoe je proza begint te stralen!

de kleuren van Leuchtturm1917

Vrij naar: Jake Rose, artiest en schrijver.

Liever papier dan een app?

Hoe hou jij je leven op orde, op papier of met high tech? Gebruik je een electronische agenda of hou je het liever bij pen en papier?

Als het aan ons ligt, mag je je Blackberry of iPhone regelrecht het raam uitgooien, want:

– Papier is gewoon overal te koop.
Een balpen en een notitieblokje kun je zelfs nog bij de dichtstbijzijnde supermarkt krijgen. Nog een potloodje erbij misschien?

– Papier neem je makkelijk mee.
Ja, oké. Een iPhone, Blackberry of laptop is ook draagbaar. Die kun je ook gemakkelijk van stad naar stad met je meeslepen. Maar ze halen het niet bij hun papieren versies, die in elke denkbare maat en omvang te krijgen zijn en in gevouwen vorm, verfrommeld en zelfs verscheurd in de kleinste broekzak passen. Wat dacht je van een snelle aantekening op een servetje?  En, hoe vaak wordt electronica eigenlijk gestolen?

– Papier kost maar weinig.
Veel goedkoper dan welke high-tech oplossing dan ook. Het verschil is zo groot dat je zelfs na aanschaf van een Moleskine plus een prachtige vulpen nog altijd gemakkelijk op vakantie kunt. Bovendien hoef je niet steeds te upgraden om met je hippe vriendjes in de pas te blijven lopen. Papier is gewoon van alle tijden.

– Geen gebruiksaanwijzing nodig
We denken niet dat je een uitgebreide gebruiksaanwijzing nodig hebt voordat je de pen op papier zet (tenminste, dat hopen we). Hoe lang ben je bezig om uit te vinden hoe je een afspraak in je elektronische agenda invoert? Op papier doe je dat in een handomdraai.

– In twee tellen gebeurd
Stel dat je inderdaad hebt uitgevonden hoe je Blackberry werkt, dan moet je nog door een serie menu’s heen ploeteren voordat je even ‘bananen’ aan je boodschappenlijstje kunt toevoegen. En dan gaan we er nog vanuit dat je goed kunt typen op het mini-toetsenbordje!


– Papier crasht niet op cruciale momenten

Stel je voor dat je laptop op de vloer valt, of dat je accu op een belangrijk moment leeg is? Misschien crasht het ding wel voordat je alles hebt opgeslagen. Of je kunt het scherm niet lezen in het felle zonlicht. Vergelijk dat eens met papier. Oh help, de inkt is op! Goh, paniek!

– Eventjes loskomen van je scherm
De belangrijkste reden om geen high-tech te gebruiken is dat je al zo verschrikkelijk veel tijd aan de pc zit. Hoeveel uur per dag zit je naar schermen en monitors en toetsenborden te turen? Mogen je ogen (en je hersens) alsjeblieft even pauze?

Maar….

Een van de redenen om toch electronica te gebruiken is de zoekfunctie! Hoe vind je een aantekening van een week geleden terug in je volgeschreven notitieboek?
Een goed punt. Maar ook daar is een oplossing voor! Wist je dat Leuchtturm notitieboeken genummerde pagina’s hebben en een ruimte voorin voor een inhoudsopgave? Zo heb je ook een uitstekende zoekfunctie op papier!

Een andere reden is dat je een pen moet hebben en die laat je altijd ergens liggen.
Ook een goed punt. Maar wederom is er een oplossing. Er zijn zelfs verschillende oplossingen! De design pen clip van Authentics bijvoorbeeld. Of de briljante oplossing van Leuchtturm1917: de pen loop. Altijd je pen bij de hand.