Managementboeken schrijven is volkssport nummer twee in Nederland (voetbal is nummer 1). Ieder zichzelf respecterende consultant of manager zorgt dat hij ook minstens één boek op zijn naam heeft staan. Maar wat nu als je je eigen verhaal niet interessant genoeg vindt? Dan biedt het interviewboek uitkomst.
Een van de simpelste manieren om een boek te schrijven is een aantal experts interviewen en daarmee jouw boek samenstellen. Dat kan iets moois opleveren maar er kan ook veel fout gaan.
Het idee is ongelofelijk eenvoudig. Je praat gewoon met een aantal deskundigen in je vakgebied en maakt van elk gesprek een hoofdstuk. Klaar is kees. Helaas is het risico groot dat het een rommeltje wordt. Of nog erger: een oninteressant en oersaai verhaal. Voordat je op pad gaat moet je je daarom eerst een paar dingen afvragen.
- Wat wordt de meerwaarde van je boek? Biedt het iets waardoor mensen jouw boek geïnteresseerd zullen gaan lezen? Wat kunnen ze eraan hebben? En wat kun jij er zelf aan hebben?
- Is er een overkoepelend idee, de rode draad van het boek? Wil je een bepaalde boodschap meegeven? Is er een specifiek probleem dat je wilt bespreken?
- Het wordt jóuw boek, waarmee je jezelf ook als deskundige neerzet. Hou dus zelf de regie en laat niet alles aan toevalligheden over. Zet maar eens een globale inhoudsopgave op papier. Welke onderwerpen moeten er in jouw boek aan bod komen? Elk onderwerp is een hoofdstuk.
- Met de inhoudsopgave in de hand ga je kijken welke mensen je per hoofdstuk het beste kunt interviewen. Die mensen moeten wel iets te bieden hebben; iemand met vakkennis is niet automatisch ook een interessante gesprekspartner. Heeft de expert een interessant verhaal? Is het een boeiend persoon? Heeft hij een bijzonder specialisme?
- Ga nooit onvoorbereid het gesprek in. Bedenk van tevoren hoe je het interview gaat opzetten. Weet je welke vragen je aan iedereen gaat stellen? Improviseren is goed, maar laat niet teveel aan de nukken van de geïnterviewde over. Het wordt jouw boek, niet hun boek. Een vaste structuur voor elk gesprek is een handig hulpmiddel om de samenhang te bewaken. Per geïnterviewde noteer je daarnaast twee of drie speciale vragen voor die ene persoon, gebaseerd op wat je van hem of haar weet. Daarmee kun je hem of haar in je boek goed portretteren.
Nu wordt het eindelijk tijd om met je opnameapparatuur op pad te gaan.
Je maakt een werkrooster en gaat aan de slag. Afspraken maken, gesprekken opnemen. Het is handig direct na afloop de gesprekken uit te typen. Alleen uittikken wat anderen gezegd hebben is aardig, maar als je slim bent voeg je per hoofdstuk ook iets van jezelf toe, bijvoorbeeld een korte inleiding en je eigen conclusie na afloop van het gesprek.
Een goed voorbeeld van een dergelijk boek is Cor Hospes – Guerillamarketing. Hij beschrijft daarin zijn boeiende zoektocht naar een definitie van guerillamarketing in Nederland.
Een minder geslaagd voorbeeld vind ik Thomas Lepeltak – Zo werden wij rijk. Dat boek is een beetje een saaie opsomming van losse biografieën, hoewel de afzonderlijke verhalen best interessant zijn.
Digitale leestip: Guerillamarketing | Cor Hospes
Voor dit artikel heb ik onder meer gebruik gemaakt van Ronda del Boccio ‘How to write an interview book that makes your expertise shine’