Als je wilt weten of je goed bezig bent bij het schrijven van je boek, kun je een checklist gebruiken. De Amerikaanse schrijver Mark C. Newton , die gek is op lijstjes, stelde er eentje op. Vrij vertaald door ons. Misschien heb jij er ook iets aan?
1. Hebben we dit al eerder gezien?
Ik kijk naar het skelet van de roman en ik denk: zit ik mijzelf te herhalen? Nee. Is dit ergens anders vandaan geplukt? Nee? Oké. Lijkt het in de verte op iets anders? Ja. Verdomme. Hoe kan ik zorgen voor een beetje meer onderscheid? Hoe kan ik er mijn eigen sausje overheen gieten? Maak er je eigen verhaal van, jongens. Zet er je eigen stempel op. Niet overdrijven, anders willen ze je opsluiten in een gesticht. Maar wel genoeg om de aandacht te trekken. Moeilijk te zeggen waar de grens precies ligt, trouwens. Dat moet je zelf uitvogelen.
2. Hebben de hoofdfiguren een persoonlijkheid?
Het kan me nog niet zoveel schelen of het over een opgroeiende boerenzoon gaat of een duistere heerser op een troon, een seriemoordenaar of wat dan ook. Het gaat om de denkbeeldige dialoog die ik met ze aan de bar zou kunnen hebben. Vervelen ze me mateloos? Dan werk ik ze vriendelijk doch beslist de roman uit.
3. Wat willen je personages bereiken?
Voor mij is dit het kruispunt tussen karakter en verhaal. Wat willen ze? Een beetje rust in hun leven of doorstoten naar de top? Alleen maar een beetje liefde en een drankje op z’n tijd? Dit biedt mogelijkheden. Je kunt je verhaal er omheen bouwen of je kunt ermee laten zien wat voor mensen je hoofdfiguren zijn.
4. Bedenk vantevoren waar je heen wilt
Het hoeft niet gedetailleerd te zijn, maar voordat je gaat zitten typen moet je toch wel weten wat de scene ongeveer op moet leveren. Als ik geen idee heb waar het over gaat dan kan ik helemaal vastlopen. En op een writer’s block zit ik niet te wachten.
5. Ga je het verhaal verder helpen?
Zullen de woorden die je zo dadelijk gaat typen het verhaal verder brengen, oftewel, dragen ze stuk voor stuk bij aan de ontwikkeling van je personages of je plot? Allemaal? Goed. (Opmerking: een redacteur kan je hiermee om de oren slaan)
6. Als je geen enthousiasme kunt opbrengen, hou dan even op
Kom later maar terug. Ga niet zitten typen als je te moe of uitgeput bent. Wat je dan opschrijft gaat er later waarschijnlijk toch weer uit, dus waarom zou je je die ellende niet besparen? Neem een glas whiskey bij de open haard en word weer enthousiast. Als jij er geen lol aan hebt, waarom je lezers dan wel?
7. Ben ik mezelf aan het verbeteren?
Ik hoef geen beroemde meesterwerken te overtreffen maar zijn mijn zinnen beter, hebben de personages meer diepgang, is de situatie duidelijker? Voor mij is dit een belangrijk punt.
8. Zijn alle personages een eerlijke afspiegeling van de samenleving?
Zitten je hoofdstukken vol witte heterosexuele mannen die de vrouwtjes willen beschermen? Doe er dan een paar weg. We leven in een tijd waarin dit wat uitmaakt.
9. Voor wie schrijf je?
Bij mijn eerste roman trapte ik in die val. Ik ging me zitten afvragen op welke lezers ik me moest richten, waaraan ik dan moest denken en zo, met als resultaat – als ik heel eerlijk ben – een soepzootje. Kies één einddoel en een visie. Hou dat vast totdat je klaar bent. Maak je geen zorgen over wat moderne lezers zouden willen lezen.
10. Lees geen slechte recensies voordat je gaat schrijven
Ze verpesten het eerstvolgende uur van je schrijfsessie volkomen.
Bron: Guide to Literary Agents