Vertellen is een kunst

Het laatste nummer van jaargang drie (2016) van e-zine Vertelcultuur is nu bij het Meertensinstituut te downloaden. Het magazine bevat bijdragen van verschillende auteurs.

schrijfexpert_vertelkunstClaudia fris schrijft over de weergave van Andersens sprookje De kleine zeemeermin in moderne kinderboeken. Marita de Sterck beschrijft haar zoektocht naar volkssprookjes uit diverse culturen op Nederlands en Vlaams grondgebied, wat resulteerde in het boek Wreed schoon. Arjan Sterken laat in zijn bijdrage zien hoe verhalen worden gekleurd door het landschap waarin ze geschreven zijn. Silje Meijers deed onderzoek naar ‘vieze verhaaltjes’ of ‘vogelverhalen’. Jessica Frizzera schrijft over verschillende versies van Roodkapje. Theo Meder sluit af met een bijdrage over zogenaamde ‘kwispels’, situatieraadsels die in Duitsland sinds 2004 ook als kaartspel worden uitgegeven.

Symposium levensverhalen

 

De Funeraire Academie organiseert op donderdag 15 december 2016 in Tilburg een symposium Levensverhalen.
fa-symposium-levens-verhalenHet symposium zoomt in op verhalen en biografische schetsen die mensen zelf (laten) optekenen of die van overleden personen worden opgesteld. He

Deze levensverhalen spelen op allerlei manieren een rol in uitvaart- en rouwrituelen. Maar over wat voor soort persoonlijke, maatschappelijke en rituele betekenissen gaat het precies? Daarover spreken cultuurwetenschappers, psychologen en praktijkdeskundigen tijdens het dagsymposium bij Tilburg University. De dag wordt georganiseerd in samenwerking met de Tilburg School of Humanities en het Meertens Instituut KNAW.
Op de website van de Funerale Academie, een platform voor een ontmoeting tussen wetenschap en de uitvaartbranche lezen we:

“Het verhalen van individuele levens is tegenwoordig bijzonder populair. Zo zijn biografieën en autobiografieën in Nederland gevestigde genres geworden. De media geven veel ruimte aan persoonlijke verhalen (vgl. Andy Warhol´s ´minutes of fame´) en binnen de herdenkingscultuur lijkt er voor ieder individu een eigen plek, monument of ´microbio´. Denk bijvoorbeeld aan het kunstproject Stolpersteine. Verder bestaan er grote online databases met uitgebreide persoonlijke gegevens en verhalen van (oorlogs)slachtoffers. Het is onmiskenbaar: maatschappelijke aandacht en functie is verschoven van de groep naar het individu. Het persoonlijk levensverhaal is daar ook een gevolg van.

In verzorgingshuizen en hospices zijn levensverhaalprojecten ingeburgerd via levensboeken, levensvideo´s, memorieboxen etc. Toegesneden op het levenseinde en de uitvaartcultuur kunnen we stellen dat het levensverhaal een kernelement is van de reeds sterk gepersonaliseerde rituele cultuur. Het maken van dergelijke levensverhalen professionaliseert en commercialiseert tegelijk.

Hoe komt een persoonlijke biografie tot stand en op welke wijze bepalen levensverhalen het zelfbeeld van individuen? Wat staat er op het spel bij een (auto)biografie in relatie tot de online network society? En wat is het belang van levensverhalen in de ouderenzorg en de uitvaartwereld?

In diverse wetenschapsdomeinen zijn narratives en story telling in het algemeen en life writing in het bijzonder sterk opgekomen als onderzoeksthema. Ze worden als bron gebruikt of als genre in de analyse betrokken, denk aan culture studies, literatuurwetenschap, discourse analysis, erfgoedstudies, pelgrimagestudies, maar ook psychologie en therapeutische domeinen.”

Op het symposium maken diverse experts hun opwachting,  o.a. prof. dr. Theo Meder (Meertens Inst en RUG), prof. dr. Léon Hanssen (Tilburg University), dr. Monica Soeting en Nina Wijsbek, MA (Nederlands Dagboekarchief), prof. dr. Gerben Westerhof (UT en Story Lab), Noortje Kessels (Literair Productiehuis Wintertuin), ds. Aart Mak (Kerk zonder grenzen, Momentaal), Hannie Vonk (HUB) en Marco Martens verzorgt een mix van spoken word en muziek. De dagvoorzitters zijn prof. Paul Post (Tilburg University) en prof. Peter Jan Margry (Meertens Instituut en UVA).

Kosten: € 45 per persoon, studenten tot 25 jaar betalen € 15 .
Locatie:Tilburg University, Dantegebouw, Dantezaal DZ-1. Warandelaan 2, 5037 AB Tilburg.
Aanmelden vóór 1 december 2016 via emailadres dat op de website van de Funeraire Academie wordt genoemd.

Lees hier meer over het symposium Levensverhalen

Schrijf een alternatieve troonrede

Gelezen: “Op Prinsjesdag leest koning Willem-Alexander de troonrede voor, met daarin de regeringsplannen voor het komende jaar. Maar wat moet er volgens jóu gebeuren?

Troonrede / Agenda / ProDemos CMS – Prodemos.

Schrijf een alternatieve troonrede en maak kans op een dagje lobbyen voor jouw plan/visie in de Tweede Kamer.

Spelregels

  • Noem een maatregel, idee of plan dat je graag zou willen invoeren in Nederland. Dit mag een abstracte visie zijn maar ook een concrete maatregel: alles waarvan je denkt dat Nederland beter wordt.
  • Beschrijf het in maximaal 350 woorden
  • Begin met ‘Leden van de Staten-Generaal’…
  • Stuur je inzending uiterlijk zondag 6 september naar debat@prodemos.nl

Lees meer op : Troonrede / Agenda / ProDemos CMS – Prodemos.

6 schrijflessen van Hitchcock’s Rear Window

Wie enthousiast aan het schrijven is, zoals James Duncan, kan bij alles wat hij tegenkomt – film, tv-programma, boek, liedje, videogame – denken: wat kun je hiervan leren als schrijver?  Zo keek hij onlangs weer eens naar de klassieke rolprent Rear Window van Hitchcock waarvan hij het nodige opstak.

Hij wil dat graag met je delen, maar niet dan nadat hij ‘spoiler alert’ heeft geroepen: ‘Ik ga ervan uit dat jullie die film allemaal wel kennen. En zo niet, ga dan als de wiedeweerga die klassieke film bekijken en kom dan nog maar eens terug om deze handige schrijflessen tot je te nemen. Spoilerloos! Want in de nu volgende tekst ga ik belangrijke aspecten van het plot verklappen. Je bent gewaarschuwd!’

spoiler alert

  1. Bij twijfel: twijfel zaaien

Er is een mooie scene die volgt nadat de aan een rolstoel gekluisterde nieuwsgierige L.B. Jefferies (James Stewart) zijn verdenking heeft laten vallen op zijn buurman Thorwald (Raymond Burr). Jefferies verdenkt Thorwald ervan zijn echtgenote te hebben vermoord en hij observeert de hele nacht alle vreemde activiteiten van deze buurman. Uitgerekend tijdens de sleutelscene, waarin Thorwald samen met een andere vrouw het appartement verlaat, is Jefferies in slaap gevallen. Is Thorwalds vrouw echt dood? Is de verdenking terecht of niet? En wat levert deze scene ons, de kijkers, op?

Allereerst, er wordt een kiem van twijfel gelegd, de optie dat de hoofdfiguur op het punt staat een onschuldig man te beschuldigen. En omdat Jefferies de mysterieuze andere dame in de sleutelscene niet heeft gezien, is hij ervan overtuigd dat Thorwald ’s nachts zijn vrouw heeft vermoord.

Als hij niet op het cruciale moment in slaap zou zijn gevallen, had de film hier kunnen stoppen. Oh, daar is ze al. Dat liep nog goed af. The End.

Rear Window Gif

Maar het liep niet goed af, hè? Geef de lezer (of kijker) meer informatie dan de hoofdrolspeler en je hebt spanning, suspense, gecreëerd. Als iemand daar meester in was, dan was het Hitchcock wel!

Op dezelfde manier kun je spanning opbouwen door in je roman naar een andere scene over te springen. Een scene waarin de held niet voorkomt en waarin zich iets afspeelt wat  de held ontgaat, maar de lezer niet  (in het Nederlands wel ‘Jan Klaassen-effect’ genoemd: kijk achter je, Jan Klaassen!). Normaliter is dit een van de sterke punten van een alleswetende verteller, maar je kunt het dus ook in een IK-verhaal doen. Dat doe je door een sleutelelement weg te laten en informatie te verstrekken die haaks staat op de overtuiging van de hoofdpersoon. (‘Oh, dus het zit heel anders!’) Dan kun je bijvoorbeeld bijfiguren opvoeren, die zeggen dat ze iets gehoord hebben.

Bewijsstukken die elkaar tegenspreken. Het lijkt wel alsof de held in een rechtszaak verwikkeld is, terwijl wij als juryleden op het puntje van onze stoel zitten en ons afvragen of hij het bij het rechte eind heeft, of dat hij de plank volledig misslaat en zich laat meeslepen in een te rijke fantasie.

2. Gooi nRear-Window Technicolorog wat twijfelaars bovenop de twijfel

In het begin gelooft niemand Jefferies. Thorwald laat de ene na de andere malle gewoonte zien en jeffries moet zich in alle bochten wringen (niet makkelijk als je met een gipsbeen in een rolstoel zit!) om zijn mooie modieuze vriendin Lisa (Grace Kelly) te overtuigen van zijn gelijk. Zijn oude oorlogsmaatje, tegenwoordig detective, gelooft hem ook al niet, vooral omdat hij alleen maar ontlastend bewijsmateriaal over Thorwald kan vinden . Keer op keer vraagt Jefferies de wetshandhavers om hulp en keer op keer wordt hij geconfronteerd met feiten en gezond verstand. Totdat zijn vriend hem zegt op te houden en Thorwald met rust te laten.

En doet hij dat? Natuurlijk niet. Al die twijfelaars sterken Jefferies juist in zijn overtuiging.  Gooi dus gerust spijkers op de weg om de hoofdpersoon dwars te zitten, vooral als die spijkers van vrienden komen en van mensen die de hoofdpersoon dacht te kunnen vertrouwen.

3. Elke bijfiguur is bijzonder

Het wemelt van de bijfiguren in Rear Window. Miss Lonelyheart, wanhopig op zoek naar liefde. Miss Torso, de danseres aan de overkant van de binnenplaats. De dove beeldhouwer. De musicus die constant aan een pianocompositie sleutelt, die weer zicht heeft op een stelletje dat op de brandtrap bivakkeert, de nieuwsgierige hond.. Met een paar unieke details weet Hitchcock ze stuk voor stuk neer te zetten.

Rear Window Italiaanse poster - La Finestra Sul Cortile

Geef de figuren in jouw boek een dingetje. Een rafeltje, iets bijzonders waardoor ze je bijblijven. Misschien is de beambte doof of heeft hij een mal haarstukje, misschien heeft je zus een raar huisdier met problemen, en oefent de oppas vruchteloos op haar viool.

Een paar unieke trekjes laten een bijfiguur opvallen met z’n nieuwsgierigheid, luiheid, arrogantie.. Een roman schrijven lijkt daarin op het koken van Chili in een crockpot.

Alle kleine beetjes dragen bij aan de smaak van je verhaal, dus maak er wat van!

4. Alle vijf zintuigen bouwen samen een goede sfeer

Hoe Hitchcock de sfeer opbouwt in de film is het werk van een genie*). Je hoort muziek die uit andere appartementen komt, de nachtelijke regen, straatlawaai, blaffende honden. Je ziet wat de buren aan het doen zijn, maar ook zonsondergangen, wolken, en Hitchcock zelf komt ook nog even in beeld. Je proeft en ruikt bijna het eten dat Lisa brengt, de sigarenrook van Thorwald, en je voelt de jeuk die Jefferies onder het gips heeft. Elk zintuig, elke emotie wordt ingezet om een symfonie van echt leven in de film op te bouwen.
In jouw roman kun je je bij elke scene afvragen: welk detail heb ik in de loop der tijd weggelaten, wat kan ik weer toevoegen als nieuwe emotie, speciaal gevoel of detail om de sfeer neer te zetten? Bekijk dit scene voor scene, hoofdstuk voor hoofdstuk.

rear window poster winner

5. Locatie, locatie, locatie!

Het hele verhaal speelt zich af in Jefferies appartment terwijl hij uit het raam kijkt. Ja, Hitchcock had ook de bevriende detective kunnen volgen wanneer deze met getuigen praat, of Lisa kunnen volgen als ze bij Thorwald naar binnen gaat en haar perspectief kunnen kiezen. Maar nee, alles wat Hitchcock nodig had was te vinden op de binnenplaats, zichtbaar door Jefferies raam. Dat lijkt misschien een foefje maar er zijn duizenden eenacters en korte verhalen die het net zo doen, soms zelfs een roman. Je hoeft je niet te beperken tot één locatie, als ie maar goed is. Locatie maakt of breekt je roman, dus zorg ervoor dat je de juiste plaats geselecteerd hebt voor je personages, een plek die het beste en slechtste uit ze tevoorschijn haalt, een plek die hun verhindert om een betrouwbare verteller te zijn, een plek die hen uit de comfort-zone haalt. Daag je personages uit met een unieke setting.

6. Tegenpolen trekken elkaar aan

Rear Window Duitse filmposter

De relatie tussen Jefferies en Lisa staat voortdurend onder spanning, ze lijken niet bij elkaar te passen. Jefferies is een avontuurlijke fotograaf die zich thuisvoelt in een jeep in de modder, terwijl Lisa een modieuze dame uit New York is, altijd op en top verzorgd en stijlvol gekleed. Hij zegt voortdurend dat ze te goed voor ‘m is en dat hij niet geschikt is voor een keurige wereld. Maar we weten dat er voldoende liefde is tussen de twee, getuige de verlangende blikken en de bezorgdheid als een van hen in gevaar is.  Ze zijn elkaars tegenpolen en tegelijkertijd vullen ze elkaar uitstekend aan. Stel je voor als hij geen avontuurlijk fotograaf maar een rijke bankier was geweest. Of zij een reisjournaliste of piloot. Ze zouden alleen oog hebben voor elkaar en niet uit het raam kijken. Beetje saai, hè?

Maar nu worden ze uitgedaagd, in de war gebracht, gekwetst, zijn ze nieuwsgierig wat de ander en de mensen om hen heen denken.. wat tot het moordmysterie leidt dat hen voorgoed verbindt.

Credits:

James H. Duncan is blogger en schrijver van korte verhalen, gedichten en romans die hij momenteel voorlegt aan ‘agents’ .  De tekst hierboven is een Nederlandse bewerking van zijn Engelstalige artikel in Writer’s Digest, 15-1-2015


Rear Window  werd een klassieker, mede dankzij screenwriter John Michael Hayes (1919-2008), die het scenario baseerde op een kort verhaal van Cornell Woolrich uit 1942, getiteld “It Had to Be Murder.”

Hoe schrijf ik mijn memoires – vijf tips

Hoe schrijf ik mijn memoires – vijf tips

schrijfster Nancy SpillerNancy Spiller schreef haar memoires en leerde al doende vijf belangrijke lessen. Ze deelt in deze blogpost haar ervaring met jullie. Vijf tips om je autobiografie te schrijven

Je kunt zeggen wat je wilt over ego-literatuur, maar memoires zijn ongekend populair tegenwoordig.
Sommigen zien het als middelmatige zelfevaluatie maar publiciste Nancy Spiller, schrijver van Compromise Cake denkt dat memoires ook in een culturele behoefte voorzien. In het Tijdperk der Afstandelijkheid is het lezen van memoires een van de beste manieren om in contact te komen met een interessant iemand, zegt ze. Ook een roman biedt je de mogelijkheid tot contact, maar nooit rechtstreeks, want het is en blijft fictie. Memoires daarentegen zijn echt, en daarmee ontmoeten lezer en schrijver elkaar direct op papier. De schrijver probeert een leven, in dit geval zijn eigen leven, te doorgronden. Een roman kan je een fascinerende wereld binnenvoeren, maar als je het even gehad hebt met alle die verzinsels, dan duik je lekker op de bank met de herinneringen van iemand en voel je je minder eenzaam.

Schrijf dus je memoires! Er is voldoende belangstelling voor. Maar hoe ga je dat monster te lijf? Nancy Spiller schreef zelf haar memoires op in Compromise Cake en ontwikkelde een aantal tips.

Tip 1 Zie het niet als competitie

Zodra je vertelt dat je je memoires aan het schrijven bent, kan iemand vragen: ‘Echt waar? Waarover? Wat is zo bijzonder in jouw leven?’. Ook de stemmetjes in je hoofd kunnen opeens roepen: ‘Dit interesseert echt geen hond, hoor!’. Je hebt misschien de Mount Everest niet beklommen en bent niet geland op de maan, je bent ook niet met veel gedoe afgekickt en je bent geen jihadist of zoiets. Klopt. Maar dat betekent niet dat je niets te vertellen hebt, dat je geen memoires kunt optekenen.

Angela's Ashes Frank McCourt bijvoorbeeld, de schrijver van Angela’s Ashes (De as van mijn moeder) over zijn afschuwelijke jeugd in Ierland, zei dat hij daardoor de betekenis van zijn onbetekenende leventje leerde zien.
‘Wat had kunnen zijn’. Dat kan ook een goede drijfveer zijn voor memoires, volgens schrijver William Zinsser.
En Geheugen, spreek van Vladimir Nabokov, bestaat voornamelijk uit zijn herinneringen aan een magische jeugd die hij in de bevoorrechte kringen van het tsaristische Rusland doorbracht. Als lezer voel je mee met het kind dat geniet van zijn ontwakend bewustzijn en de rouw om het verlies van die wereld. Sommige mensen zien de politieke moord van de vader als het belangrijkste thema, en de ellende die de verbannen familie vervolgens meemaakt. Maar dat verhaal bevindt zich in de zijlijn, en is daardoor hartverscheurend. Wij geven zoveel om het Rusland van Nabokov dat we niet alleen rouwen om het verlies maar ook onze eigen verloren en verdwenen werelden voor ogen krijgen.
Zo realiseerde ik me bij het doorzoeken van mijn moeders receptendoos, dat daar nog veel van mijn eigen jeugd en die van haar in opgeslagen lag. Cheryl Strayed, schrijfster van memoires met de titel ‘Wild’ zegt: ‘Kunst is geen anekdote. Het is het bewustzijn dat we aanbrengen om het leven dragelijk te maken’

 

 Tip 2  Hou een dagboek bij

Dagboek met slotSchrijf elke dag. In een dagboek kun je oefenen in het vertellen van verhalen. Iets wat Phillip Lopate vergelijkt met vingeroefeningen van een pianist. Een dagboek is ook de plek om ordening te brengen in je gedachten over de aanpak van je memoires, herinneringen uit de tijd die je op dat moment aan het beschrijven bent, en oefeningen die daarmee verbonden zijn. Schrijf je dromen op, om ook de onbewuste gedachten en gevoelens over gebeurtenissen te ontdekken. Maak ten slotte ook notities over wat je in dat kader allemaal hebt gelezen. Een dagboek is kort gezegd van alles, de steensoep van de schrijver, om het hongerige memoires-beest te voeden met een soep vol losse bijdragen. In mijn eigen memoires gebruikte ik niet alleen mijn eigen kinderdagboekjes en dagboeken maar ook mijn moeders verhelderende tienerdagboek.

 

Tip 3 Lezen, lezen, lezen

Je kunt niet schrijven zonder te lezen. Helaas komt dit voor mijn schrijfstudenten als een verrassing. Zij beweren voor lezen geen tijd te hebben en zo snel mogelijk willen gaan schrijven als ze tijd hebben. Maar je moet voor allebei tijd vrijmaken als je iets lezenswaardigs wilt schrijven. Lees goede memoires of luister voor mijn part onderweg in de auto naar de luisterboekversie.
Begin maar eens met Geheugen, Spreek, met De Leugenaarsclub van Mary Karr over moeder en dochter, of Growing up van Russell Baker, of het ingetogen The Book Of My Lives van Aleksander Hemon uit 2013.
Lees ook boeken over het schrijven van memoires. Te beginnen met William Zinsser Writing about your life  a journey into the past en Inventing the truth  The Art and Craft of Memoir, en Vivian Gornick The Situation and the Story.
Phillip Lopates inleiding op zijn collectie The art of the personal essay (klassieker voor dit onderwerp die je op weg helpt je stem te vinden en je verhaal.)

Je hebt de stemmen van andere schrijvers in je hoofd nodig om je eigen stem te ontwikkelen. Noteer wat je leest en reageer erop, al schrijvend!

Compromise Cake (memoir) The Liars Club (memoir) Growing Up (memoir)
Angela's Ashes Wild, Cheryl Strayed (Nederlandse vertaling) Speak Memory - Geheugen Spreek Nabokov
The Book of my lives (memoir) Hemon Writing About Your Life Rogue River Journal. A Winter Alone.

 Tip 4 Houd afstand

Afstand in tijd of afstand in plaats, dat maakt niet uit. Of je nou op middelbare leeftijd terugkijkt op je jeugd of met pensioen bent gegaan en terugblikt op de eerste stappen in je carrière, fysieke afstand of afstand in tijd draagt bij aan perspectief. Als je nog maar pas iemand kwijt bent geraakt, dan kun je beter even wachten tot je alles wat meer in perspectief ziet voordat je zijn of jullie leven samen te boek gaat stellen.
Misschien moet je schrijven over een plaats waar je nu niet meer verblijft, bijvoorbeeld je ouderlijk huis of het gebied waarin je bent opgegroeid. Als je erover schrijft komt het weer tot leven en kun je ontdekken waarom je er zo naar verlangt.
Ik schreef over mijn jeugd in de San Francisco Bay Area met een tijdsafstand van enige tientallen jaren waarin ik in Zuid Californië woonde.
Je kunt ook op een andere plek gaan zitten schrijven om je geheugen te helpen. Essayist John Daniel deed dat. In de winter van 2000 verbleef hij in een eenzame hut in Oregon om over zijn overleden vader en hun relatie te schrijven, later gepubliceerd als Rogue River Journal. Tijd en afstand helpen het geheugen een zetje te geven, je blik te verschuiven en je stem te vormen. Frank McCourt werkte jarenlang als docent in New York voor hij aan Angela’s Ashes begon.

 

Tip 5 Gebruik een ‘kapstok’

Autobiografisch SchrijvenBeperk de reikwijdte van je verhaal. Bepaal wat bij het verhaal hoort en wat niet. Gaat het over je relatie met je vader of je broer (je weet wel, die van ‘dat interesseert geen hond’) in een bepaalde periode, of gaat het over een kantelpunt in je leven? Of is het ’t verhaal rondom een rode draad en alle mensen en plaatsen daar omheen? De receptendoos van mijn moeder gaf mij de kapstok voor Compromise cake.
In Family onderzocht auteur Ian Frazier het leven van zijn ouders gebaseerd op de artefacten die zij na hun dood hadden achtergelaten.
Het gaat niet om alles wat er ooit gebeurd is. Het is het kantelpunt, het sleuteljaar, het moment dat bepalend werd voor alles wat volgde. Van daaruit kun je het uitbreiden met andere verhalen die aan die tijd verbonden zijn, of aan die plaats. Maar je wilt niet te ver van je kapstok vandaan raken.

 

Slottip:

Maak het jezelf niet te moeilijk door publicatie van je verhaal als enige doel te zien. Schrijf de memoires die je zou willen lezen of schrijf voor de volgende generatie. Hoe wil je dat ze over jou en het leven van jouw tijd denken. Als je daarin slaagt zal wellicht publicatie volgen. En vergeet ook niet dat er geen regels zijn, alleen adviezen. Belangrijkste is dat je begint te schrijven, dat je je hart en geest openstelt en rekent op een hoop verrassingen onderweg, zelfs als je denkt dat je al klaar bent!

 

 

Dit is een Nederlandse bewerking van een Engelstalig gastblog van Nancy Spiller

Dagboekschrijven in tien stappen

Dagboekschrijven is niet zo moeilijk.

Maar hou wel een paar dingen in de gaten. Tien tips voor de dagboekschrijver.

  1. Hou het simpel

Dagboekschrijven is in essentie iets heel eenvoudigs. Je pakt pen en papier, je schrijft een paar bladzijden over je belevenissen. Dat doe je morgen nog een keer. En de dag erna.

Mensen maken het graag onnodig moeilijk. Dus je vraagt je af of je het wel goed doet, of je wel het goede dagboek gekocht hebt, je vraagt je af wanneer je wel en niet moet schrijven en welke kleur de inkt moet hebben…  Zo ben je misschien ook bij dit artikel terechtgekomen.

Diep inademen en teruggaan naar de basis: Het zijn gewoon woorden. Op papier. Meer heeft het niet om het lijf.

  1. Hou het privé

Ga je dagboek niet in de krant of op Facebook zetten. Berg hem goed op. De privacy van je dagboek is essentieel voor het schrijfproces. Het moet een veilige plek zijn waar je vastlegt wat je bezighoudt zonder dat je je iets van de mening van anderen hoeft aan te trekken. Als je het idee hebt dat anderen over je schouder mee staan te lezen ga je censureren en dan heb je niet zoveel meer aan dagboekschrijven. Boekenkist voor je dagboek

Trouwens, je krijgt alleen maar discussie en kritiek als je je dagboek gaat delen, en dat hoort helemaal niet bij een privédagboek. Niemand mag zich ermee bemoeien. Jij bent de enige.

Berg je dagboek dus goed op, daar waar niemand ‘m ziet liggen. Zo breng je ook niemand in verleiding te gaan lezen.

  1. Doe het regelmatig

Het helpt als je er een gewoonte van weet te maken. Daarmee word je getuige van je eigen ups en downs in je leven. Je dagboek laat zien dat je je beslist niet altijd klote voelt, want gisteren voelde je je nog blij! Dat heb je zelf opgeschreven.

Dagelijks dagboekschrijven geeft de beste resultaten. Dus ook als je niet boos bent bent en niet alleen als je de blues hebt. Je leven is zoveel kleurrijker.

Het mooie van frequent dagboekschrijven is dat je er persoonlijk door groeit. Dat je leert om patronen te herkennen in je leven, dat je inzicht krijgt in wat zich in je omgeving afspeelt en dat je daar grip op weet te krijgen.

dagboekschrijven met de pen

Woorden op papier. That’s it.

Sla je een keertje over, dan is er geen man overboord. Een paar keer per week schrijven is altijd nog beter dan helemaal niet. En straf jezelf niet als het een keertje niet lukt. Dat motiveert niet echt, hè. Dagboekschrijven moet goed voor je zijn. Het moet je een opgeruimd gevoel geven. Het is geen taak op je doelijst, geen verplichting en er staat geen straf op als het niet lukt.

Heb je weinig tijd? Prima, dan schrijf je heel eventjes. Een korte zit is ook heel heilzaam als je het elke dag doet. Tien minuutjes kunnen al genoeg zijn. Of wat dacht je van één regeltje per dag?

  1. Laat de taalnazi’s links liggen

Grappig genoeg noemen veel mensen als reden waarom ze geen dagboek bijhouden dat ze slecht kunnen spellen of teveel taalfouten maken. Maar aangezien je het alleen maar voor jezelf opschrijft maakt het helemaal niet zoveel uit of je het met een d of een t schrijft. Je hoeft geen dagboekexamen te doen. Mocht je je toch zorgen maken, lees dan gewoon niet terug wat je hebt opgeschreven.

  1. Schrijf wat je weet

De eerste lege pagina kan je lam leggen. Maar dat kun je overwinnen!

Als je een nieuw dagboek begint en niet weet wat je moet schrijven, begin dan eens te beschrijven waar je je bevindt. Dat is een aardige warming up. Schrijf over de dag van vandaag. Waar denk je aan? Wat houdt je bezig? Ga je iets leuks doen vandaag? Je dagboek is iemand met wie je koffie zit te drinken. ‘Hoe gaat ie?’ vraagt het dagboek. Geef eerlijk antwoord.

  1. Zoek de beste plaats en tijd

Misschien vind je vanzelf uit wat het beste moment van de dag is. Dat is namelijk het moment waarop je werkelijk zit te schrijven. Dat moment dus. Experimenteer maar eens met ochtendschrijven en avondschrijven en schrijven vlak voor het slapengaan. Dan merk je het vanzelf. Die tijd hou je aan.

dagboekschrijven buitenshuisZoek een plek waar je niet wordt gestoord. Als je thuis schrijft, zorg dan dat je huisgenoten je even met rust laten, ook de hond en de kat. Buitenshuis schrijven – in een café of bibliotheek – kan natuurlijk ook.

  1. kwantiteit in plaats van kwaliteit

Meestal is het andersom. Dan vinden we kwaliteit belangrijker dan de hoeveelheid. Bij dagboekschrijven doet de kwaliteit er helemaal niet toe! Je hoeft geen ‘goed dagboek’ te schrijven. Het schrijfproces zelf is belangrijk, niet het resultaat. Zeg tegen jezelf: drie pagina’s. Of twintig minuten schrijven. Ook al komt er bagger uit je pen, je hebt wel geschreven! De woorden staan op papier. Dat is wat telt.

Snel schrijven gedurende een vast aantal minuten is ook een goed middel tegen zelfcensuur, tegen de negatieve stemmetjes in je hoofd die zeggen dat je niet kunt schrijven. Gewoon die woorden op papier zonder ze te beoordelen.  De kracht van het dagboekschrijven zit ‘m in het schrijfproces zelf.

  1. Schrijf met de hand

Met de pen in een papieren dagboek schrijven stimuleert een ander stukje hersens dan typen. Je kunt zeggen dat typen sneller gaat, maar snelheid is helemaal niet belangrijk. Het gaat erom een aantal minuten per dag stil te staan bij je eigen gedachten, verwachtingen en gevoelens.  De pen brengt je dichter bij die gevoelens dan je toetsenbord dat kan.

Verlaag het tempo en geniet van het proces. Dit stimuleert synapsen in je hersens waarmee je je gedachten lang genoeg vast kunt houden om ze te kunnen opschrijven. Met de hand dagboekschrijven maakt je slimmer.

  1. Maak er geen toestand van

Ga maar niet uitgebreid aankondigen  dat je een dagboek gaat bijhouden en dat je voortaan elke dag een uur gaat schrijven en zo. Koop gewoon een handig notitieboek of dagboek met een slot erop, schrijf drie pagina’s per dag. Begin nog deze week. Dat is het wel zo’n beetje. Hoe meer toestanden je ervan maakt, hoe bedreigender het allemaal wordt, hoe kleiner de kans dat je ooit nog gaat schrijven.

Wat is een goed resultaat? Vraag: heb je woorden op papier gezet? Ja? Bàm. Geslaagd voor vandaag!

  1. Geniet ervan

Dagboekschrijven is leuk (meestal). Knoop dat in je oren. Als je het allemaal te serieus neemt of je zet jezelf teveel onder druk, dan gaat de lol er gauw af. Hou het spelenderwijs en strooi wat humor in je dagboek. Voeg ook wat tekeningetjes bij, of kleurtjes, maak er iets leuks van.

In het begin voelt het misschien wel raar. Dat is heel normaal. Wij dagboekschrijvers zijn tenslotte allemaal rare kwasten. Laat dat je niet weerhouden. Schrijf! Volg deze tien tips en binnen de kortste keren ben je een toegewijd dagboekschrijver.

Veel schrijfplezier!

Dit artikel is gebaseerd op een Engelstalig artikel op  journalingsaves.com

Handgeschreven notities werken beter

Met pen onthoud je beter wat je noteert, schrijft redacteur Hendrik Spiering in NRC van 28 november. Schrijven met de hand gaat langzamer dan typen, dus moet je keuzes maken. Dit versterkt het geheugen van de schrijver.

Onderzoek onder studenten wijst uit dat zij handgeschreven notities beter memoriseren dan getypte.
Sagaris vulpen

Onvermogen om diep na te denken, een korte aandachtspanne, geringe parate kennis: er wordt tegenwoordig veel gesproken over de negatieve effecten van computergebruik op het geestelijk leven van de moderne mens.

Er is nog weinig onderzoek, maar een paar zaken staan inmiddels wel vast. Zoals dat het maken van college-aantekeningen met pen en papier duidelijk superieur is aan hetzelfde met een laptop.

Paradoxaal genoeg is de belangrijkste reden daarvoor het feit dat studenten tegenwoordig zo goed kunnen typen. Want wie typend aantekeningen maakt, typt meestal vrij letterlijk op wat hij hoort. De trage handschrijver moet noodgedwongen keuzes maken, nadenken dus.

Het is die mentale verwerking tijdens het schrijven die het geheugen van de aantekeningenmaker versterkt. Er is onmiddellijke verwerking. Zou de student in de collegezaal trager tikken op zijn toetsenbord, dan zou het verschil waarschijnlijk kleiner zijn. Dan zou hij beter nadenken over de informatie die hij typt.

2289

Dit verschil in notuleren werd eerder dit jaar vastgesteld in Psychological Science (23 april). Daarbij moesten studenten aantekeningen maken bij een aantal TED-lezingen. Eerdere onderzoeken waren vooral gericht op de afleiding (Facebook, Twitter) die de laptop biedt tijdens het college (die is inderdaad enorm), maar hier werd zuiver het verschil met handmatig aantekeningen maken onderzocht.

De tikkers bleken per lezing veel meer woorden te noteren dan de schrijvers (gemiddeld zo’n 550 tegen minder dan 400). Ze tikken ook vaker precies dezelfde woorden op als hun collega-tikkers. De handschrijvers vertoonden veel meer onderlinge verschillen in woordkeuze – allemaal aanwijzingen voor een intensievere verwerking. En hoe letterlijker deelnemers de woorden hadden opgeschreven, hoe slechter hun score bij controlevragen achteraf.

De typisten zitten niet te slapen. Want een half uurtje na de lezing is er niet veel verschil in feitenkennis tussen hen en de schrijvers. Maar in begripsvragen scoren de schrijvers wel veel beter.

Sheaffer ballpoint

Het treurige is verder dat het enige voordeel dat de tikkers hebben – een completer verslag van wat er gezegd is – niet helpt bij het leren. Toen de deelnemers een week later terugkwamen en een minuut of tien hun aantekeningen mochten bekijken, scoorden de schrijvers op begripsvragen daarna opnieuw hoger dan de tikkers.

Er zijn meer negatieve effecten van computergebruik op het geheugen. Het belangrijkste onderzoek stond een paar jaar geleden in Science (15 juli 2011). Dat onderzoek stelde vast dat wie weet dat hij iets op internet kan opzoeken dat feit veel makkelijker vergeet (bijvoorbeeld welke acteur de hoofdrol speelt in de film Gladiator).

Internetgebruik is dus vrij slecht voor de parate kennis. Maar die ‘uitbesteding van geheugen’ is geen typisch interneteffect. Wie een huisgenoot of een collega heeft die alles van film weet, onthoudt zelf ook minder filmfeitjes. Je kan het tenslotte altijd vragen. Het effect is oud: in Plato’s dialoog Phaedrus (ca. 370 v. Chr.) wordt al geklaagd dat de uitvinding van het schrift het geheugen heeft vernietigd: „Want mensen die leren zullen vertrouwen op die externe letters en zichzelf vergeten.”

In de Verenigde Staten woedt in onderwijsland al langer het ‘handschriftdebat’: moeten leerlingen nog wel leren schrijven? Geef ze een toetsenbord!

laptop tas

Het positieve effect van handgeschreven aantekeningen is natuurlijk belangrijk in dat debat. Maar ook dragen voorstanders vaak aan dat handschrijven door de motorische complexiteit meer geheugensporen in het brein achterlaat dan het simpelere drukken op toetsenbordknoppen.

Wie met de hand schrijft, leert daarom bijvoorbeeld sneller lezen: de letters komen ‘dieper’ in het geheugen. Computerschrijven gaat weer sneller en maakt herziening van geschreven tekst veel makkelijker. In dit debat beval de vooraanstaande schrijfonderzoeker Verginia Berninger daarom ‘tweetaligheid’ aan: ontwikkel een goed handschrift én leer goed typen.

 

Dit artikel verscheen in NRC 28-11-2014

Historische roman wint Gouden Vullings 2013

Historische roman wint De Gouden Vullings 2013

afvallige_boekJan van Aken heeft met zijn historische roman De Afvallige de gouden Vullings 2013 in de wacht gesleept. De jury bestond uit één man: Jeroen Vullings, van 1993 tot 2000 literair criticus van Vrij Nederland en thans chef van De Republiek Der Letteren. Hij kreeg de vraag voorgelegd welke Nederlandstalige roman dit jaar volgens hem de allerbeste is en recht heeft op de Gouden Vullings 2013.  Dat is een prijs zonder prijzengeld, sculptuur, fotomoment of oorkonde.  Het gaat om de eer.

Vullings maakte een longlist om vervolgens een shortlist samen te stellen van vier titels en daar tot slot een winnaar uit te kiezen. Een Eenmansjury, dat schiet tenminste op.

Vullings over De Afvallige: “Het hoofdverhaal is gesitueerd rond 376 na Christus, ten tijde van de Volksverhuizingen: de Goten komen het Romeinse Rijk binnen, verdreven door de Hunnen. Hoofdpersoon in deze schelmenroman/road novel is de alcoholische wijnhandelaar Swintharik, die op zijn vlucht door het Keizerrijk achtervolgd wordt door een sinistere moordenaar. Dat heeft weer te maken met de mysterieuze gebeurtenissen zo’n vijftien jaar daarvoor rond de moord op de afvallige keizer Julianus. Hij perkte de rechten van de christenen in en moest dat bezuren: die godsdienstfanatici beraamden zijn dood. Dat eerdere verhaal is de tweede verhaallijn in deze ambitieuze turf, waarin evenmin gekeken wordt op een personage meer of minder. Zo is er een biseksuele Goot die zich steevast aansluit bij de sterkste partij, en een proto-feministische zieneres die niet met zich laat sollen door manvolk.”

Volgens het ‘juryrapport’ schrijft Van Aken in wezen jongensboeken vol rare types uit de Oudheid, die rondbanjeren op een door seks en geweld bestierde wereld. “Historische informatie voegt hij zo terloops mogelijk in. De onbetrouwbaarheid van de geschiedenis is zijn thema. Dat zie je aan zijn keuze voor pathologisch onbetrouwbare vertellers, maar ook schrijft hij vaak over mensen die een romantisch waanidee hebben van hun eigen achtergrond, een vals beeld van de werkelijkheid. De grondtoon in dit vrolijke proza is pessimistisch, want niets verandert ten goede: de sektarische christenen en het desintegrerende Romeinse Rijk van toen weerspiegelen in ons heden respectievelijk de samenzwerende islamisten en de Europese Unie. Als een hond in een kadaver, zo wentelt Jan van Aken zich in het theater van de wreedheid en de waanzin dat de geschiedenis is voor hem (en zijn welbeschouwd verstandige hoofdpersonen). Ontmanning, jezelf opeten, perversiteiten, ruwe gasten in louche gelegenheden, hij schrijft er met verdacht veel vertelplezier over – hulde. De Gouden Vullings 2013 komt hem rechtens toe.”

De shortlist bestond  daarnaast uit :

vertedering_boek vandodemannen_boek boy_boek

En dit was de longlist van Jeroen Vullings 2013:

Saskia De Coster – Wij en ik ,
Stefan Hertmans – Oorlog en terpentijn,
Remco Campert – Hôtel du Nord,
Jamal Ouariachi – Vertedering,
Robbert Welagen – Het verdwijnen van Robbert,
Joost de Vries  – De republiek,
Wytske Versteeg – Boy,
Arie Storm – Luisteren hoe huizen ademen,
Ernst Timmer – Florijn,
A.F.Th. van der Heijden – De helleveeg,
Walter van den Berg – Van dode mannen win je niet,
Tom Lanoye – Gelukkige slaven,
Jan van Aken – De Afvallige

Lees hier het hele artikel van Jeroen Vullings >

Vijf tips voor je historische roman

David Gillham

David Gillham

In een historische roman is de verhaalstof gebaseerd op waar gebeurde historische feiten en mensen die echt hebben bestaan. De verhouding tussen de feiten en het fictionele verhaal komt heel precies. Een historische roman is tenslotte geen biografie maar evenmin een fantasyverhaal..  Een historische roman is eerst en vooral fictie, zegt David Gillham, schrijver van City of Women. Hij geeft vijf tips voor schrijvers van historische romans.

De eerste tip noemt hij fictie = frictie. Welke eeuw je ook kiest, hoeveel onderzoek je ook doet, vergeet nooit en te nimmer dat je op de eerste plaats fictie schrijft en pas in tweede instantie historische fictie. Gillham bedoelt dat je moet denken aan actie & conflict die het verhaal voort moeten stuwen. De historische details verrijken het boek. Maar schrijf nooit over details omwille van de details. Het gaat je roman de kop kosten.

Geschiedenisles

De tweede tip komt misschien een beetje hard aan. Gillham zegt: geen geschiedenisles. Dat is pijnlijk, want over dit deel van de geschiedenis weet jij toevallig alles en de lezer waarschijnlijk niets. Het is dus verleidelijk om een paar alinea’s lang geschiedenisles te geven. Ook dat gaat je de kop kosten als je niet uitkijkt. Het is misschien nodig om je lezer te informeren, maar dat werkt het beste als de informatie als deel van de actie overkomt. En als je dan toch een paar lesjes moet geven, probeer ze dan een beetje te camoufleren.
“Toen ik City of Women schreef was ik me ervan bewust dat de meeste lezers niet bijzonder goed geïnformeerd waren over het verloop van de Tweede Wereldoorlog, vooral vanuit het perspectief van vrouwen in Berlijn. Dus toen ik historische uitleg nodig had probeerde ik die op een persoonlijke manier aan de personages vast te knopen. Ik liet ze reageren op de geschiedenislessen die vermomd waren als radio-uitzendingen. Een stukje dialoog met commentaar op een specifieke gebeurtenis dat meteen ook het karakter van het personage verduidelijkt. Op die manier krijgt de lezer de informatie die hij nodig heeft zonder dat het verhaal stopt,”aldus David.

feiten

Tip nummer drie gaat over research. Je hebt je huiswerk gedaan en een berg aan historische details over het bewuste tijdperk verzameld. De mode van die dagen. Het eten. Sociaal gedrag. Allemaal superinteressant, maar mogelijk interessanter voor jou dan voor je lezer. Zo is David zelf bijzonder geïnteresseerd in uniformen en had hij de neiging heel precies te beschrijven welke decoraties een bepaalde officier in het verhaal op zijn uniform droeg. Maar als hij zijn personage gewoon had laten stilstaan terwijl hij het eremetaal beschreef, zouden de lezers afhaken. “Nodig ze niet uit om een paar alinea’s over te slaan”, zegt David. “Ik integreerde de onderscheidingen in de actie door een van de gewone soldaten erop te laten reageren. Hij maakt een lijst met onderscheidingen en noemt ze op.” Gillham wil maar zeggen dat je geen historische plaatjes moet schilderen zonder ze deel te laten uitmaken van het verhaal.

baedeker reisgids berlijn

Omgeving

De vierde tip gaat ook over het integreren van setting en historische feiten. Je beschrijft de omgeving terwijl het verhaal zich daarbinnen afspeelt. Niet alleen het landschap beschrijven maar het landschap onderdeel laten zijn van de reis die het personage maakt. “Zelf hou ik van straatnaambordjes en namen van spoorlijnen,” zegt David. Toen hij City of Women schreef gebruikte hij een Baedeker Reisgids van Berlijn uit de twintiger jaren als blauwdruk. “Ik wist waar mijn personages woonden, hoe ze reden om bij hun werk te komen en dat gebruikte ik om het verhaal aan te kleden. Als mijn hoofdrolspeelster Sigrid in de Berlijnse metro wordt achtervolgd door een waakhond van de Gestapo, gebruik ik de namen van metrostations alsof de lezer zelf vanuit de metro voorbij ziet flitsen.”

 

Taal

Tip vijf: wees spaarzaam met taal en accent. Er komen veel Duitse woorden voor in de Engelstalige roman City of Women, maar David probeert woorden te vermijden die een (te) lange vertaling vragen. De basisregel is dat je buitenlandse woorden gebruikt voor het effect en dat je ze alleen gebruikt als de lezer wel zo’n beetje kan raden wat ze betekenen. Heb je toch meer uitleg nodig, schrap ze dan maar. Net als een 19e eeuwse beschrijving het verhaal lam kan leggen, kan een exotisch woord op de pagina dat ook. Ga dus ook je internationale hoofdrolspelers geen leuke buitenlandse woordjes in de mond leggen. Het leidt alleen maar af en geeft je dialoog een banaal smaakje. Je kunt het ritme en de melodie van een andere taal ook suggereren door de zinsstructuur in dialoog te manipuleren. Dat werkt beter dan een tekst vol met schuingedrukte buitenlandse woorden.

De informatie in dit artikel is afkomstig van Writers Digest 2012

De vertrouwelinge City of Women
x x