Neem je eerste versie niet te serieus [recensie]

– recensie door Janneke Heimweg –

De wil en de weg - Jan Brokken

Schrijver Jan Brokken wijst in het schrijfboek De wil en de weg. Over het schrijven van romans en verhalen, op de vele hindernissen die (beginnende) schrijvers moeten overwinnen, maar hij doet dit op stimulerende wijze. 
De lezer krijgt een reeks fundamentele tips over schrijven, maar ook over het schrijverschap en over de grillen van de schrijver (‘Schrijvers zijn geen gezellige mensen’). De schrijfdrang en -twijfels die worden beschreven, zijn voor iedere schrijver herkenbaar en daardoor geruststellend.

Brokken benoemt natuurlijk onderwerpen als: het begin, slot en spanningsboog. Maar ook lastigere zaken als hoe beschrijf je een spetterende seksscène en hoe zorg je voor humor in je verhaal (‘Het levert de mooiste literatuur op wanneer het komische en het tragische samenvallen’).

Structuur

Helaas zijn de hoofdstukken vrij lang, ik mis overzichtelijke tussenkopjes. De titels van de hoofdstukken zijn origineel maar erg onduidelijk. Zonder de bijbehorende ondertitel, zelfs onbegrijpelijk. Dit stoorde mij en leidt behoorlijk af van de werkelijke inhoud.

Als lezer hoef je de schrijftips echter niet klakkeloos aan te nemen. Enkelen zijn in mijn ogen vrij hard en stellig en zouden ter discussie kunnen staan.
Brokken beweert dat ‘boeken die niet gebaseerd zijn op een schema, weekdieren zijn’. Ik weet van schrijfcursussen dat diverse grote schrijvers zonder schema’s werken. Ook denkt Brokken dat ‘je nooit aan een verhaal moet beginnen als de laatste scène je niet scherp voor ogen staat’. Het lijkt hem dus kennelijk onwaarschijnlijk dat je je als schrijver kan laten verrassen en inspireren door je personages, die zo zelf het slot bepalen.

Schrijftips

Met oneliners als, ‘zonder te schrijven leef je oppervlakkiger’, ‘de grootste schrijvers hebben de meeste zelfkritiek’ en ‘de beste schrijver overwint met zijn ijver zijn onvermogen’ zullen de meeste schrijvers het eens zijn. Ook spreekt er hoop uit, nodig tijdens de mindere dagen.

De schrijftip die mij het meest is bijgebleven: ‘neem je eerste versie niet te serieus’. Brokken adviseert om de eerste versie van je manuscript als kladje te gebruiken en iedere volgende versie compleet opnieuw uit te typen, zodat je als schrijver alle emoties herbeleeft. Je zou kunnen denken dat deze tip in de alinea met omstreden schrijftips hoort, maar ik vond dit zo’n opmerkelijke (die aansluit bij de laatste oneliner hierboven) dat ik hem toch serieus neem.

Het deel over de personages, (innerlijke) monologen en dialogen vond ik ook erg interessant. ‘Alleen in gedachte zijn mensen zichzelf’. ‘Met de innerlijke monoloog daalt de schrijver tot diep in het onderbewuste af en toont de lezer de binnenkant van de mens, of nog meer, de binnenkant van het leven.’

Tot slot

Leerzaam en met passie geschreven. Een bevlogen schrijver die met zichtbaar plezier zijn kennis deelt. Zijn enthousiasme slaat over op de lezer, waardoor je meteen zin hebt om weer verder te schrijven.

Een aanrader dus voor iedereen die schrijft. Of je beginner bent of gevorderd, dit schrijfboek motiveert en laat je nadenken over alles wat met schrijven te maken heeft.

Jan Brokken De wil en de weg,  255 pagina’s,  Uitgeverij Augustus, november 2006     

Saai boek over spanning, kan dat? [recensie]

– recensie door Janneke Heimweg – Appelig boek over spanning

sterren2

‘Spanning is een van de sleutelingrediënten van het schrijven. Het bepaalt of een lezer verder leest dan de eerste alinea’s, pagina’s of hoofdstukken.’ Aldus de achterflap van Spanning in verhalen’ van René Appel

Helemaal mee eens, dat dit echter ook geldt voor schrijfboeken over spanning is de auteur wellicht ontschoten. Dit schrijfboek is alles behalve spannend of aantrekkelijk geschreven.

René Appel geeft aan de hand van boekfragmenten commentaar en tips over verschillende onderwerpen als ‘tijd’, ‘suggesties’ en ‘conflicten’. Deze manier van presenteren van leerstof vind ik nogal saai, de boekfragmenten leiden af van de werkelijke schrijftips.

Zelf heb ik de meeste fragmenten overgeslagen, op zoek naar de informatie waarvoor ik dit boek tenslotte aanschafte.

De toon van Appel is zakelijk, neutraal en niet overtuigend sterk van mening. Appel somt (tussen de regels door) schrijftips op die hij vaak meteen weerlegt aan de hand van een tip of mening van andere grote schrijvers, zoals bijvoorbeeld Renate Dorrestein.
Appel heeft veel research gedaan voor dit boek. Hij citeert meer dan veertig boeken en pluist ze uit naar aanleiding van de gebruikelijke schrijfonderwerpen.

Als fervent schrijfboekenlezer kwam ik weinig nieuwe tips tegen.
De schrijftip die mij het meest is bijgebleven vond ik op de allerlaatste bladzijde: ‘Bovendien kent het ik-verhaal het volgende bezwaar: als het een bedreigd personage is, weten we bijna zeker dat hij of zij het er levend af zal brengen. Anders kon die ‘ik’ immers niet als verteller optreden.’
Hieruit blijkt dat het ‘ik-perspectief’ als ‘spanningskiller’ zou kunnen optreden, ik vraag mij af of vele bestsellerauteurs hierover nagedacht hebben.

Appel noemt meerdere malen het ‘Jan Klaassen- effect’ als belangrijk stijlmiddel om spanning te genereren. De lezer weet in dit geval meer dan het personage en wil waarschuwen (‘Pas op, kijk achter je!’).
Het tegenovergestelde is dat het personage juist meer weet dan de lezer, wat de nieuwsgierigheid van de lezer moet prikkelen.
Beide situaties kunnen ook, maar daarin is dan duidelijk de hand van de schrijver zichtbaar. ‘Dit verstoort de fictionele droom van de lezer’, aldus Renate Dorrestein.

Ook op een van de laatste bladzijden, kwam ik een andere bruikbare schrijftip tegen. ‘Schrijf direct en betrekkelijk sober. Zorg ervoor dat het taalgebruik niet tussen de lezers en het verhaal in komt te staan.’
Verder schrijft Appel uitgebreid over ‘cliffhangers’, ‘suspense’ en ‘verwachtingen’, maar dit zal iedere (thriller)schrijver als bekend voor komen.

Tot slot

Appel vergelijkt het schrijven van een boek met het bereiden van een maaltijd. Om in die termen te blijven, de auteur bewaart het lekkerste voor het laatst. De laatste twee hoofdstukken vatten het gehele boek nog eens netjes samen en geven enkele bruikbare en verrassende schrijftips als dessert.

Kortom een weinig sprankelend boek, dat de lezer laat zoeken naar de gewilde schrijftips en waarin alleen de laatste twee hoofdstukken interessant zijn.
Als tip kan ik dus meegeven: leen dit boek bij de bibliotheek en lees alleen de laatste vijftien bladzijden.

Paul Sebes ‘Bestseller’ is vooral reclame [recensie]

sterren4

‘Paul Sebes is de succesvolste literair agent van Nederland. Door hem opgeleide of ontdekte schrijvers vinden steevast onderdak bij voorname uitgeefhuizen.’

Met deze zin, waar ik overigens meteen jeuk van kreeg, start de flaptekst om vervolgens door te gaan met het ophemelen van de schrijver. Deze eerste zin geeft meteen goed de opmerkelijke toon van het boek weer.

Al in het voorwoord schoten mijn gevoelens over de toon van Paul Sebes heen en weer tussen: ‘wat een arrogante betweter’ en ‘wat een eerlijke gozer’. Gedurende het hele boek is deze tweestrijd aanwezig.
Na enkele hoofdstukken raakte ik hieraan gewend en lukte het me zijn sarcasme te waarderen en de humor van het geheel in te zien.

Reclame

Zoals de eerste zin van de flaptekst al doet vermoeden, is dit boek doorspekt met reclame voor Sebes en zijn literair agentschap. Hij geeft dit zelf toe, waardoor je hem als lezer ook weer vergeeft en het bovenstaande gevoel ‘wat een eerlijke gozer’ ontstaat.
De schrijver blijft de hoop op je debuut voeden en noemt terloops zijn debutantencursus weer eens. Je hoeft niet bang te zijn dat je vergeet wie en wat de auteur is, in elk hoofdstuk word je hieraan herinnerd.

Het boek leest vlot. Je krijgt een aantal goede schrijftips, maar ook vrij veel open deuren als ‘ken je decor en tijd’ en ‘schrijf een CV van je personages’.
Wel zinvol aan dit boek is te weten hoe de gang naar de uitgever verloopt en wat de valkuilen hierbij zijn. Achterin het boek staan voorbeelden van onder andere ‘proposals’ en brieven naar uitgeverijen van inmiddels gedebuteerde schrijvers.

Schrijftips

Een schrijfboekrecensie zou niet compleet zijn zonder de belangrijkste schrijftips. Sebes spoort je aan te schrijven vanuit een innerlijke noodzaak. ‘Ergens in je hoofd, in je lichaam moet iets zitten dat eruit moet’. Daarnaast wijst hij je erop dat je schaamteloos moet schrijven. ‘Het gebrek aan gene – of misschien beter: het overwinnen ervan – brengt datgene op papier wat de lezers zo graag willen zien.’
Ik maakte in dit boek kennis met de term ‘literaire meetlat’. Sebes raadt je aan je teksten hier langs te leggen en te kijken welke behandeling of kunstgrepen jij toepast op je tekst. ‘Een tekst wordt pas literair wanneer je er meer mee doet dan gewoon lukraak opschrijven.’

Als eindelijk je manuscript klaar is, vertelt Sebes wat je moet doen als je het verhaal opstuurt naar een uitgever. Wat mij logisch lijkt, maar wat het kennelijk niet is, ‘hou je aan de procedure van de uitgeverij bij het insturen van je manuscript’. Een efficiënte tip is, ‘stuur je manuscript op als het nog niet af is’. Vaak wil de uitgeverij toch alleen de eerste zoveel pagina’s hebben, in de wachttijd kun jij mooi doorschrijven.
Tevens schijnt het belangrijk te zijn geen ‘negatieven’ of ‘seizoenen’ in je (werk)titel te gebruiken. ‘Kies liever een positieve titel, die verkoopt beter. Ook al zijn er uitzonderingen’.

Wat mij opviel was dat Sebes aanraadt ‘zei hij’ te gebruiken in je dialogen. In de schrijfcursussen die ik gevolgd heb, werd dit juist afgeraden. Wat mij geleerd werd, was: laat aan het taalgebruik, of aan wat er gezegd wordt, zien wie het zegt en hoe diegene het zegt. Tegenstrijdig dus.

‘Achterop bij Sebes’

Tot slot nog even dit, Sebes heeft het slim aangepakt in dit boek. In de laatste hoofdstukken indoctrineert hij de lezer, hij omschrijft de toekomst van de debutant zo zwart – en hopeloos mogelijk. Je barst bijna in tranen uit en staat klaar om je computer het raam uit te smijten. En dan, tadaa, daar is de reddende engel: meneer Paul Sebes. Als je goed genoeg bent, neemt hij je bij de hand en helpt je in het wilde westen van uitgeversland. Net zoals, volgens de auteur, in een echt huwelijk.
Mooi gedaan, echter deze harde waarheid is wel even slikken. Sebes geeft zijn zelfingenomenheid direct toe in het desbetreffende hoofdstuk, waardoor je hem als lezer toch weer vergeeft.

Kortom, je leest veel zinnen om jou als beginner de put in te praten, veel reclame en zelfverheerlijking. Als je daar tegen kunt is dit een prima boek met goede schrijftips.

Paul Sebes, Bestseller. Wat Elke Beginnende Schrijver Moet Weten
Thomas Rap 2008
224 pag

Deze recensie werd geschreven door Janneke Heimweg

Zijn de Sakura gelpennen geschikt voor art journaling? [recensie]

Bruynzeel-Sakura  is een bekend merk op het gebied van schrijf- en tekenmaterialen. Maar zijn alle pennen geschikt voor art journaling? Hoe werken bijvoorbeeld de Soufflépennen?  En de Gelly Roll?

We vroegen art journal-expert Wilmi van Kempen om ze eens te proberen. Hier lees je haar ervaringen.

Art journaling met Sakura gelpennen

Soufflé deco-rollers

Sakura omschrijft de Soufflé deco-rollers als volgt:

Sakura Soufflé pennen recensie

TIen verschillende kleuren in een set

Met deze rollers krijgen de lijnen een 3-Dimensionaal en mat effect. De inkt begint te vloeien zodra de punt wordt ingedrukt. Ideaal voor het maken van kaarten, sieraden, scrapbooken en andere creatieve toepassingen..

Souffle Deco-Roller is te gebruiken op alle gladde oppervlakten, zoals papier, rubber, plastic, glas en metaal.
De inkt heeft een minimale droogtijd van 45-60 seconden en is waterafstotend.

De Sakura set bestaat uit 10 pennen/rollers in verschillende zachte pasteltinten.
Ze zijn overal op te gebruiken, ik probeerde ze o.a. uit op hout, papier, glas en metaal, en geven een licht drie-dimensionaal effect. In de verkoopomschrijving staat dat ze mat opdrogen. Ik vind het persoonlijk meer glanzend.
Ze geven goed inkt af, maar droogtijd is vrij lang. Met name op glas heeft het echt tijd nodig. Wrijf je er per ongeluk te vroeg overheen, dan veeg je het weg.

Soufflé deco-rollers

.. bijzondere pasteltinten

Voor art-journalling, de hobby die ik uitvoer, vind ik de Souffléset niet meer toevoegen dan dat de pastelkleuren apart zijn. Leuk om een journal pagina te maken in pastelkleuren dus. Het drie-dimensionaal effect is op papier niet echt te zien en op andere materialen vind ik het een beetje tegenvallen.

Wilmi art journal recensie

.. art journal van Wilmi – souffépennen ..

Gelly Roll Metallic Sepia

Gelpen Bruynzeel Sakura recensie

De gelly rol Metallic pen sepia is eenzelfde pen als de soufflé roller, maar dan met licht glinstereffect. Ik heb deze pen in sepia kleur uitgeprobeerd tijdens het art-journalen en ben bijzonder tevreden.
Met name gezichtjes, en dan de ogen, lichten heel mooi op met het licht glanzende metaal-glinster effect van deze pen!

Gelly Roll Wit basic

Sakura gelpen wit

Ik heb de gelly Roll Wit basic vergeleken met de Signo uni-ball die ik al in mijn bezit had.
Het effect van beide pennen is bijna hetzelfde. De Signo is wat groter en geeft iets meer inkt af, bij de gelly Roll moet er wat langer ingekleurd worden. Droogtijd van de Signo is daarentegen weer wat langer.
De witte gelly roll is uitermate geschikt voor witte accenten of bijvoorbeeld mooie letters in een art-journal.

In combinatie met de sakura pigma micron pennen  heel erg aan te bevelen. Lees hier waarom >>

Pigma micron in Moleskine Sketch

Pigma micron pennen doen het goed in een Moleskine Schetsboek

Voor het eerst probeerde ik een moleskine schetsboek uit. De pocket is een boekje van 9 bij 14 cm, een prima maatje om mee te nemen in je tas. De mijne is meegeweest op vakantie.

De pagina’s zijn lekker dik, stevig en ietwat  beige van kleur. Goed te beplakken, beschrijven met (micron) pen, en uitermate geschikt voor stiften, markers en (aquarel) potlood.

Gewoon aquarelleren in dit schetsboek geeft niet echt het bedoelde effect. De pagina’s zijn vrij dicht van structuur en nemen dus weinig water op. Andere schetsboeken zijn hier waarschijnlijk meer geschikt voor.  Ik heb er heel veel in geschetst met gewoon alleen de pigma micron pennen,  en hier en daar aquarelpotlood, zonder water te gebruiken. Dit werkte heel fijn en gaf een mooi resultaat.

Ik ben dan ook zeer tevreden over dit pocket boekje.

Hier vind je de Sakura gelpennen en Pigma Micron pennen bij Writersplaza >

Hier vind je de Moleskine schetsboekjes bij Writersplaza >