Voorleesavontuur [Schrijverskast 9]

In mijn vorige blog  (Schrijffeestje) noemde ik al even het voorleesavontuur. Alweer een hele belevenis voor mij als beginnend schrijver.

Tijdens de Culturele Zondag in het Paleis in Groningen, mocht ik mijn zelfgeschreven vriendschapsverhaal voorlezen.

Die middag fiets ik met een behoorlijke, bij mijn stemming passende, tegenwind naar het Paleis. Het is 15.30 uur, om 16.10 uur is het mijn beurt.
Ik heb net genoeg tijd om te fietsen, mijn kapsel te fatsoeneren en om een wit wijntje te drinken (tip van Herman Sandman). Dus geen tijd voor extra stress.
Toch?

Met een knoop in mijn maag kom ik aan. In de Erlenmeyerzaal loopt het programma van die middag ten einde. Wij van dewebschrijvers.nl zijn de slotact. Publiekstrekkers?

Gauw klok ik mijn wijntje naar binnen (zoals gewoonlijk heb ik toch minder tijd dan gedacht), mijn medevoorlezers staan inmiddels om mij heen. We fluisteren, er wordt nog een toneelstuk opgevoerd, onze zenuwen de ruimte in.

Geen familie van mij in de zaal, goddank. Ik hou dit gebeuren graag zo zakelijk mogelijk. Hoe minder emotie hoe beter.

Dan hoor ik mijn naam. Mijn wijn is nog niet op!

Voorleesavontuur Janneke Heimweg

Ik sta op het podium. Het is zover. Ik stel me voor aan Meindert Talma, die de middag aan elkaar praat. Ik vraag nog snel even naar de meest praktische stand van de microfoon, ik ben immers een leek. ‘Zo dicht mogelijk onder je mond’, antwoordt Meindert. Hij zet de microfoon op de standaard en ik pruts net zolang tot het ding klem zit tussen mijn neus en kin.
Nu nog op papier kijken. Ik loens en hou mijn hoofd raar scheef en zo lukt het me de eerste regels van mijn verhaal voor te lezen.

Ik heb alle aandacht, zo lijkt het echt. Het publiek, een stuk of 25, zit met het hoofd schuin naar mij te luisteren.
Ja, naar mij hè!
Het is een geweldige gewaarwording, moet ik eerlijk bekennen.

Al lezend zie ik Lupko Ellen zitten!

Ook al stroomt het water me over de rug (nee, deze keer overdrijf ik niet) en is mijn hoofd roder dan een rijpe tomaat, het voorlezen gaat goed.

Gelukkig bedenk ik al snel dat ik beter de microfoon los in de hand kan houden, en vlot leest het verhaal zich voort.
Dan lees ik mijn slotzin (een sneue wending, moet ik toegeven) en mijn publiek slaakt een zucht. (gelukkig, mijn verhaal komt over)

Het is gebeurd! Ik bedank en stap van het podium.

Opgelucht luister ik naar de andere drie voorleescollega’s en na afloop glunderen we blij naar elkaar. ‘Ging goed, hè.’ ‘Ja, dank je.’
Op de terugweg voelt de wereld lichter, is de wind gaan liggen?

Plaats een reactie